Nieuws
Natuurbeheer in gemeente moet anders

Het natuurbeheer in de gemeente moet anders. Dat blijkt uit de handleiding ‘Natuur in de stad’ die wethouder Nadine Stemerdink heeft laten opstellen. Er komen tien ‘gouden regels’ voor dat beheer.

De gemeente kent een groene hoofdstructuur. Die bestaat uit de spoorzone (het gebied langs de spoorbaan Amsterdam-Rotterdam), de centrale zone (langs Prins Bernhandlaan en Noordsingel), de Vlietzone en de Loozone (park ‘t Loo doorlopend in park Vreugd en Rust).

De natuurontwikkeling in de spoorzone wordt belemmerd door de spoorbaan en het parkeren. De centrale zone kent veel kruisende wegen, is geen eenheid en de beplanting rond sportvelden en de begraafplaats heeft niet veel waarde. De Vlietzone is oud en takelt af, wordt onderbroken door particuliere tuinen en er is veel recreatie. De Loozone kent ook veel kruisende wegen en er is weinig variatie in beplanting.

In de spoorzone moeten meer natuurvriendelijke oevers komen, meer variatie in hakhout en meer duikers. In de centrale zone moeten deelgebieden verbonden worden, moet er per deelgebied een functie bepaald worden, moet de beplanting rond sportvelden en begraafplaats aangepakt worden, is een opknapbeurt van park Rusthout nodig, moeten er voorzieningen komen waardoor dieren makkelijk van het ene deel in het andere kunnen komen en is bloemrijk bermbeheer gewenst.

De Vlietzone moet aan de oostkant van de waterweg uitgebreid worden, er moet meer aandacht komen voor de leeftijd van de beplanting, er zijn meer soorten bomen gewenst, dood hout moet blijven liggen en er moet meer aandacht komen voor de bloei per seizoen. Voor de Loozone is gelaagde beplanting, ecologisch beheer van oevers en eilanden alsmede meer bloemen en kruiden in het grasland nodig.

In het algemeen moeten groengebieden verbonden worden met elkaar en moet de variatie in beplanting zo groot mogelijk zijn. Er is een beheer gericht op natuurontwikkeling nodig, inclusief duurzaamheid. Bij ingrepen moet altijd het natuurbelang meegewogen worden. Bij aanleg en beheer moeten de voor de natuur zelf juiste momenten gekozen worden.

Er komen een aantal richtlijnen voor inrichting en beheer. Die zijn: inzetten op inheemse planten, niet inheemse planten bestrijden; aansluiten bij de landschappelijke structuur; variatie in hoogte van beplanting en leeftijd; natuurlijke overgangen van lage naar hoge beplanting; brede overgangen met water; lichtinval bij watergangen garanderen; tijdig baggeren; regels voor grondwerkzaamheden; minder maaien bermen en graslanden ten behoeve van bloemengroei; insectenvriendelijk beheer bermen en graslanden; tegengaan versnippering van groengebieden; tegengaan zwerfvuil in de natuur.

Via communicatie moeten burgers en gebruikers van de natuur overgehaald worden de nieuwe vorm van beheer te accepteren. Door her en der een strook strak te maaien of een heg te snoeien kan die acceptatie toenemen want het ziet er dan ‘verzorgd’ uit.

Bij groen in de wijk blijft het verstenen van tuinen door particulieren, het gebruik van bestrijdingsmiddelen die de natuur schaden en het aanplanten van groen zonder ecologische waarde een probleem.

Wethouder Stemerdink trekt voor al haar voornemens geen extra geld uit. Dat moet uit bestaande budgetten komen.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter