(In de nacht van zaterdag 23 op zondag 24 november brak brand uit in een woning aan het Oosteinde in Stompwijk. Het werd landelijk nieuws omdat de eigenaar van het pand hulpverleners aanviel. Hij werd daarbij aangehouden. Een reactie van de betrokkenen.)
‘We zijn in Leiden wanneer we een telefoontje krijgen van de buurvrouw ‘je huis staat in de brand, kom snel naar huis’. In eerste instantie weet je niet goed wat te doen en het volgende moment schiet je in de actie. Naar huis! In de taxi gaan er heel veel gedachten door je hoofd waarvan ik er nog een weet ‘misschien valt het allemaal wel mee’.
Wanneer we tegengehouden worden bij het kruispunt bij Zoeterwoude, weet ik dat het helemaal niet meevalt. Gelukkig krijgt degene bij de afzetting akkoord om ons door te laten, wanneer men hoort dat we de bewoners zijn. Men weet dus dat we in aantocht zijn. Maar bij de volgende afzetting worden we tegengehouden.
De adrenaline giert door je lijf, wat veel emoties met zich meebrengt. Wat??? Mag je als bewoner niet zien wat er aan de hand is?? Mag je niet kijken wat er nog wat te redden valt?? Mag je geen informatie geven over het huis?? Ik weet niet meer of ik al deze vragen heb gesteld want al heel snel waren we over het lijntje heen gesprongen en renden naar de plek des onheils, want dat was het.
Het prachtige huis was een groot rokend pand en er liepen een heleboel hulpverleners. Een jonge agente sommeerde ons direct om weg te gaan. We mochten vooral niks. Er was niemand die ons opving, niemand die ons informeerde over de situatie, over ons huis of over de nog te nemen stappen. Niemand die enig begrip toonde voor onze emoties en de toestand waar we ongewenst in waren beland.
Hierdoor kwam het allemaal in een stroomversnelling. Er werd aan ons meerdere keren informatie gevraagd waarbij het leek alsof dit niet goed werd gecommuniceerd want we kregen diverse keren dezelfde vragen. Omdat wij niet op de hoogte waren gesteld van de situatie, de grootte van de brand, het plan van aanpak, kwam het over als een ongecoördineerde operatie.
Hierdoor ontstond aan onze kant onbegrip naar de hulpverlening die in grote getale aanwezig was, maar waarvan meer dan de helft niets leek te doen. Dit gaf bij ons het gevoel van machteloosheid, wanhoop, verdriet, maar ook irritatie. Ons huis waarin heel veel tijd, geld, warmte en liefde is gestoken leek niet gered te kunnen worden.
Mijn partner stapte in zijn emotie in de richting van de woning. Hij duwde hierbij een agente opzij die hierbij ten val kwam, met als gevolg dat er direct zes hulpverleners op mijn partner doken. Hij is geboeid afgevoerd naar het politiebureau, waarbij ik alleen achterbleef bij onze brandende woning.
Wat had er gebeurd wanneer wij waren opgevangen door een bevoegd en begripvol persoon? Wat had er gebeurd wanneer wij door dezelfde persoon waren geïnformeerd? Wat had er gebeurd wanneer alleen deze persoon de informatie over de gaskraan en de indeling van het huis bij ons had ingewonnen? Ik weet zeker dat er dan een hoop leed voorkomen had kunnen worden. Dan hadden wij ons gehoord gevoeld en misschien ook het gevoel gekregen dat ze alles wat mogelijk was, hadden geprobeerd. Ik vind nog steeds dat je met je handen van hulpverleners af moet blijven, maar ik heb helaas zelf ondervonden dat er aan ieder verhaal een andere kant zit.
Monique Halverhout
(bron: de Dorpsketting Stompwijk. )