De verhoogde concentraties zink, chroom en koper in het water van de Meeslouwerplas, onderdeel van natuur- en recreatiegebied Vlietland, kunnen niet toegeschreven worden aan de stort van bagger en grond in de plas, noch de werkmethode daarvoor.

Dat stelt adviesbureau Netics dat onderzoek deed naar de oorzaak van de watervervuiling. Volgens Netics is er de laatste tien jaar geen grote wijziging opgetreden in de werken. De watervervuiling moet veroorzaakt zijn door dynamiek in de plas en externe invloeden, aldus het bureau dat zich beroept op literatuur en data-analyse.

De Vereniging Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, de Werkgroep Milieubeheer Leiden, de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart en de Vereniging Actiecomité Stop Geluidsoverlast A4 wijzen de bevindingen van Netics van de hand. Dat heeft men ook de provincie Zuid-Holland, eigenaar van de plas, laten weten. Daar wordt vandaag in Provinciale Staten over de zaak gesproken.

Volgens Netics is het ‘uitgesloten’ dat de vervuiling komt door de bagger en grond die gestort wordt. Dat de vervuiling is ontstaan door ‘opwoeling’ bij die stort noemt men ‘zeer onwaarschijnlijk’.

Er stroomt jaarlijks 27 miljoen kubieke meter water naar de plas. Tussen 80 en 85 procent is afkomstig uit de omliggende polders. Vrijwel alle water wordt later afgevoerd via de Vliet. Het water blijft gemiddeld 27 weken in de plas. Die is tussen 25 en 37 meter diep.