Het zijn barre tijden voor de cultuur en de kunsten. De sector leeft voor het publiek. En de sector leeft ook van het publiek. ,,Lege theaters en schouwburgen. Concertzalen waar je een speld kunt horen vallen. Musea vol met kunst waar nu niemand van kan genieten. We moeten met elkaar solidair zijn met de sector”, aldus commissaris van de Koning Jaap Smit bij een bezoek aan het Kunstmuseum in Den Haag.

,,Daarbij moeten we niet alleen kijken naar rijksinstellingen, maar juist ook durven focussen op de lokale en regionale infrastructuur die belangrijk is voor de regionale economie en dicht bij de mensen in steden en dorpen staan.”

Smit sprak met Benno Tempel, directeur van het Kunstmuseum Den Haag, Jan Zoet, directeur van het Zuiderstrandtheater en de Nieuwe Kerk Den Haag, tevens voorzitter Kunsten ‘92 (landelijke koepelorganisatie) en Cees Debets, directeur van Het Nationale Theater (fusieorganisatie van het Theater aan het Spui, het Nationale Toneel en de Koninklijke Schouwburg).

Zij vroegen aandacht voor de noden van de cultuursector. Het sluiten van theaters, musea en muziekzalen betekent volgens de belangenorganisatie Kunsten’92 dat de culturele wereld tot 1 juni al €969 miljoen aan inkomsten verliest. Dit slaat de bodem weg onder de Nederlandse kunstsector, waar de financiële reserves al beperkt waren na jaren van bezuinigingen.

De culturele sector draagt 3,7% bij aan het nationaal inkomen en is goed voor 4,8% van de werkgelegenheid. Daarnaast is de sector van belang voor de stedelijke structuur, een drager van het leefklimaat in binnensteden en van essentiële immateriële waarde doordat kunst en cultuur aanzet tot denken, emoties losmaakt en mensen nieuwe perspectieven biedt.

De gesprekspartners van de commissaris wezen op de hardnekkige beeldvorming dat de sector vooral geld kost, terwijl het juist een vitale sector is binnen de Nederlandse economie. Onlangs becijferde het CBS dat de sector 3,7% bijdraagt aan de Nederlandse economie, vergelijkbaar met de bouwnijverheid en 2 keer zoveel als de landbouw, bosbouw en visserij.

Woensdagavond werd bekend dat het rijk €300 miljoen voor ondersteuning van de sector vrijmaakt. In het gesprek met Smit kwam aan de orde dat dit noodfonds vooralsnog een primaire focus lijkt te hebben op landelijke instellingen, gefinancierd via BIS of cultuurfondsen. Juist de provincies en gemeenten zijn van betekenis voor vitale instellingen in het culturele bestel, zoals musea en theaters.

Eerder maakte de minister bekend dat rijksmusea betalen van de huur kunnen uitstellen en dat instellingen geen subsidie hoeven terug te betalen als er geen voorstellingen komen. Ook staan de regelingen voor zzp’ers open voor kunstenaars.

In een brandbrief van afgelopen maandag riepen de culturele instellingen op om een ‘robuust fonds’ te realiseren om de culturele infrastructuur voor de kortere en langere termijn te behouden. Verder werd gevraagd om huren tijdelijk kwijt te schelden, het percentage werktijdverkorting in de NOW-regeling te verhogen en freelancers in de NOW mee te nemen. NOW is een steunmaatregel voor ondernemers die door de coronacrisis meer dan 20 procent van hun omzet zijn kwijtgeraakt. Ze kunnen tot 90 procent loonkostensubsidie krijgen. (foto provincie Zuid-Holland)

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter