Onlangs liepen  twee raadsleden een rondje mee met het buurt preventie team in de wijken Prinsenhof en de Heuvel. Ze zagen overlastgevers die schreeuwden en lachgas gebruikten, midden in de nacht. Zoals de raadsleden het zelf uitdrukten bevreemdde het hen dat de politie niet optrad tegen dit gedrag.

De raadsleden kregen als verklaring dat het verbod op lachgas nog niet is opgenomen in de apv en dat de politie daarom niet kan optreden. Deze uitleg bevreemdt mij als burger. Dat de politie niet kan optreden tegen het gebruik van lachgas omdat het verbod daarop nog niet in de APV (algemene plaatselijke verordening, red.) staat begrijp ik wel. Maar de politie kon dan toch wel optreden tegen de overlast die werd veroorzaakt? Artikel 431 van het wetboek van strafrecht stelt rumoer s’nachts strafbaar. En zo zijn er vast nog wel meer gronden waarop de politie deze overlastgevers kan aanpakken.

Ik kan mij moeilijk voorstellen dat ik s’nachts schreeuwend door de straten loop en een agent tegen kom die niets doet. Waarom deed de politie dan niets tijdens de nachtelijke ronde van de raadsleden?

De politie zal ongetwijfeld een goede reden hebben gehad om de overlast op zijn beloop te laten, zoals het niet willen laten escaleren van de situatie of een gebrek aan personele bezetting. Maar het APV stond daar los van, er waren immers andere strafbare feiten. Wat was dan de reden? Het beantwoorden van deze vraag is misschien een belangrijke stap in het terug dringen van de overlast die Leidschendam in zijn greep houdt.

(Naam inzender bij redactie bekend)