Het aantal woningen in de gemeente, en daarmee het aantal inwoners, groeit te langzaam. Nu al is het een probleem om de gemeentelijke voorzieningen in stand te houden. De kosten ervan zorgen er mede voor dat de gemeente financieel gezien rode cijfers schrijft.

Dat hebben B&W de gemeenteraad bericht. Er wordt nu van uitgegaan dat er tussen 2021 en 2029, 2057 woningen bij komen in de gemeente. Goed voor 4190 extra inwoners. In 2029 zijn dat er dan bijna 80.000.

Volgens B&W levert een woning met een ‘gemiddelde bezetting’ per jaar 4000 euro op voor de gemeentekas. Het gaat dan om onroerendzaak belasting (OZB) en een hogere uitkering uit het Gemeentefonds (uitkering rijksoverheid).

Minder inwoners en woningen dan voorzien betekent minder inkomsten, maar ook minder uitgaven aan beheer en onderhoud openbare ruimte en uitgaven aan open einde regelingen in het sociaal domein. Per saldo dalen de inkomsten echter harder dan de uitgaven.

Meer inwoners betekent dat gemeentelijke voorzieningen makkelijker gefinancierd kunnen worden. De gemeentelijke begroting wordt er door verlicht. Daarmee levert de bevolkingsgroei extra dekking op voor het in stand houden van het huidige voorzieningenniveau.

Mocht de woningbouw stagneren of stilvallen door de coronacrisis of een hierop volgende recessie, dan heeft dit naast maatschappelijke consequenties ook financiële gevolgen voor de inkomsten uit het Gemeentefonds en OZB.