U heeft het vast gehoord: een man heeft in de Van Faukenbergestraat in Voorburg twee weken dood in huis gezeten. Hij werd eerst gevonden, nadat buren hadden geklaagd over stankoverlast. Iedereen werd deelgenoot van hun leed: een woning met een lucht die niet te harden was. Inderdaad: heel vervelend. Veel erger vind ik het dat die buurman twee weken dood op de bank kon liggen, zonder dat iemand hem miste.
Toch had die man een naam: Paul. Hij was nog maar 58 jaar. En ik kende die Paul. In zijn jongensjaren was hij een vaste bezoeker van buurtcentrum Haak-In. Een leuk joch, eigenzinnig, maar niks mis mee. Later kreeg Paul enorm pech, met als gevolg dat hij zich wat anders ging gedragen. Niet boos, agressief, maar gewoon anders. Ik zag hem regelmatig achter een kop koffie op het terras bij de Hema. En als hij zichzelf wilde verwennen, werd het een bakkie bij de ijssalon.
Je kon Paul makkelijk herkennen aan zijn veelal kleurige kleding, maar vooral aan zijn hoedje. Hij herkende mij ook altijd, ik denk aan de hond. Een geintje, een kort praatje en weer verder.
Dag Paul!
Mart