De financiële situatie van de gemeenten in Zuid-Holland, waaronder Leidschendam-Voorburg, is zo slecht dat velen er niet in zullen slagen om voor 2021 een sluitende begroting te maken. Dat zal alleen nog lukken door te bezuinigen op de basisvoorzieningen voor de inwoners. Dat is maatschappelijk onacceptabel. Dat stellen Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland in een brief aan premier Mark Rutte.
‘Zowel vanuit onze rol als hoeder van de kwaliteit van het openbaar bestuur op ons grondgebied, als vanuit onze rol als toezichthouder op de financiën van de gemeenten, doen wij een dringend beroep op u om tijdig, ruimhartig en afdoende maatregelen te nemen om onze gemeenten in staat te stellen tekorten die zij buiten hun schuld oplopen volledig te dekken. Deze maatregelen zouden niet slechts een incidenteel karakter moeten hebben, maar de gemeenten een structureel meerjarenperspectief moeten bieden’, aldus GS.
GS wijzen erop dat zij eind 2019 al aan de bel trokken over de structurele tekorten waarmee de gemeenten worden geconfronteerd in het sociaal domein, met name de jeugdzorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). ‘En nu is daar de coronacrisis bovenop gekomen’.
GS erkennen dat het kabinet heeft aangegeven de financiële tegenvallers door de coronacrisis voor de gemeenten te willen compenseren. Over de blijvende tekorten bestaat echter geen zekerheid. Daar wordt nog onderzoek naar gedaan. ‘Als gevolg hiervan zullen de zorgen van onze gemeenten niet zijn weggenomen’. Daarnaast voorspelt de Nederlandse Bank een diepe economische neergang.
‘Indien tijdige en ruimhartige maatregelen van uw kabinet uitblijven om onze gemeenten structureel meer financieel perspectief te bieden, voorzien wij dat veel gemeenten er dit najaar buiten hun schuld niet in gaan slagen tot een sluitende begroting te komen’, schrijven GS.
GS laten nu al weten dat zij in dat geval soepel zullen zijn als financieel toezichthouder. ‘Wij zullen in die gevallen onze gemeenten zo veel mogelijk beleidsvrijheid geven naar eigen inzicht te handelen. Wij zijn naarstig op zoek naar opties om de begrotingsvoorschriften voor onze gemeenten zo reëel en soepel mogelijk te maken. Het uitgangspunt in onze Grondwet dat gemeenten een autonome bestuurslaag met een open huishouding vormen, nodigt wel uit tot enige interpretatieruimte’.




