CDA-gemeenteraadslid Jan Hendriks heeft de kat de bel aangebonden. In het geval van het tracé voor een tram dan wel lightrail tussen Den Haag CS, Binckhorst en Station Voorburg is sprake van ‘onbehoorlijk bestuur’. En dat moet door de gehele gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg veroordeeld worden.
Het etiket ‘onbehoorlijk bestuur’ plakte het raadslid op de gang van zaken nadat Willemijn Smal, lid van de onafhankelijke Commissie MER (milieu effect rapportage), gemeenteraadsleden meedeelde dat het tracé al lang, en onherroepelijk vast ligt. En de Commissie MER kan het weten want die adviseert de betrokkenen over de zaak.
Die betrokkenen zijn het rijk, de provincie, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de gemeente Den Haag en de gemeente Leidschendam-Voorburg.
Mevrouw Smal wees op het Bestemmingsplan Binckhorst waarin een reservering voor het tracé is opgenomen. Die geldt weliswaar alleen voor het Haagse deel (Binckhorstlaan, Maanweg) maar je komt dan wel ergens uit. En dat is niet ergens anders.
Met andere woorden: het tracé komt aan op de Maanweg, tot de gemeentegrens van Leidschendam-Voorburg. Die loopt aan de westkant van de Huygenstraverse: het pad langs de spoorbaan tussen Prinses Mariannelaan en Maanweg. Het spoor ligt ten noorden van het pad, scouting Linvingstone Miriam en Opa’s Veldje ten zuiden ervan.
De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft eerder uitgesproken dat de scouting en Opa’s veldje onaangetast moeten blijven. Een uitspraak waaraan verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen zich achter heeft geschaard.
Het is diezelfde VVD-wethouder die echter al maanden doet voorkomen alsof er nog andere tracés voor de tram/light rail mogelijk zijn. Een voorstelling van zaken die door mevrouw Smal keihard onderuit is gehaald.
Feit is dat er sinds medio vorig jaar een Notitie reikwijdte en detailniveau bereikbaarheid CID/Binckhorst op tafel ligt. Daarop kon eenieder commentaar leveren: zienswijzen indienen. Daarop zouden rijk, de provincie, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de gemeente Den Haag en de gemeente Leidschendam-Voorburg in december reageren. De reactie is er nog steeds niet.
Jan Hendriks stelt nu dat die hele zienswijze-procedure feitelijk voor niets is (geweest). Het tracé ligt immers al vast. Het zo voor de gek houden van onder andere inwoners van Leidschendam-Voorburg die zienswijzen indienden bestempelt hij nu als onbehoorlijk bestuur.
Daar is iets voor te zeggen al gaf mevrouw Smal duidelijk aan dat het in de hele procedure eigenlijk alleen nog gaat over welke vervoersvorm wordt gekozen: tram, lightrail of bus. Die laatste is volgens haar trouwens al afgevallen.
De stellingname van mevrouw Smal wordt ondersteund door officiële stukken die de betrokken partijen in het project eerder hebben vrijgegeven. Stukken waar ook Leidschendam-Voorburg voor getekend heeft.
In die stukken is ook te vinden dat er in 2018 al beslist is het tracé via Binckhorstlaan en Maanweg te laten lopen. Eind 2018 legde men – Leidschendam-Voorburg incluis – zich ook al vast op de aanleg van een vrije baan voor openbaar vervoer op de Binckhorstlaan.
Het CDA-gemeenteraadslid lijkt zijn pijlen vooral op Den Haag te richten. Waarschijnlijk vanwege de reservering die daar in het Bestemmingsplan Binckhorst is opgenomen. Op het ontwerp-bestemmingsplan hadden B&W van Leidschendam-Voorburg echter kunnen reageren. En men had naar de Raad van State kunnen stappen om onwelgevallige passages aan te vechten. Dat gebeurde beiden niet.
Dat Jan Hendriks een vergelijking trekt met de in 2016 langs de A4, op het CEVA-terrein aan de Westvlietweg, verschenen windmolen, lijkt logisch. Ook hier ging het om een project op Haags grondgebied waarvan inwoners van Leidschendam-Voorburg het slachtoffer werden. De bewoners van het Zeeheldenkwartier kregen plots te maken met geluidhinder en slagschaduwen van een enorme windmolen voor hun deur.
Feit is echter dat B&W van Leidschendam-Voorburg wisten van de komst van de windmolen. Ze streden er zelfs tegen bij de Raad van State. Dat proces werd verloren. De eigen inwoners werden echter niet geïnformeerd.
Pas toen de molen er stond werd de aanval op Den Haag geopend. Die gemeente had buurtbewoners moeten informeren. Het Haagse antwoord kwam prompt: ‘Dat wilde u toch zelf gaan doen? Wij wilden wel maar mochten niet van u’. Waarna het heel stil werd op het Raadhuis in Leidschendam.
Eenzelfde gang van zaken doet zich nu weer voor. Op het Raadhuis kent men de Haagse ontwikkelingen – men is immers zelf bij het project betrokken – maar men zwijgt richting de eigen inwoners.
‘Onbehoorlijk bestuur’; dat label past in deze ook prima bij B&W van Leidschendam-Voorburg. Probleem voor Jan Hendriks: zijn eigen partij maakt deel uit van de coalitie. Wordt vervolgd.