De gemeente wil de energie omwenteling waarbij bewoners het gebruik van gas inruilen voor een ander systeem van warmtevoorziening, starten in de wijken Essesteijn (Voorburg), Leidschendam-Zuid, De Heuvel/Amstelwijk (Leidschendam) en Klein Plaspoelpolder (Leidschendam). In deze wijken zou in de periode tot 2030 een nieuw warmtenetwerk moeten komen waarvan inwoners gebruik maken.

Dit staat in de Lokale energiestrategie (LES) die B&W binnenkort vrijgeven. De energie omwenteling loopt tot 2050 en is erop gericht de gemeente CO2-neutraal te maken. Daartoe moet energie bespaard worden en moeten fossiele brandstoffen vervangen worden door hernieuwbare zoals zon, wind, restwarmte en aardwarmte.

Onderzoek heeft uitgewezen dat in 29 procent van de gemeente de aanleg van een warmtenetwerk moeilijk zo niet onmogelijk is. Ondergronds is er door riolering, leidingen en kabels geen plek voor (minder dan 1 meter). Genoeg ruimte voor een ondergronds warmtenetwerk is er in 23 procent van de gemeente; in twaalf procent van de gemeente kan het zonder extra kosten. In het resterende gebied van de gemeente kan het warmtenetwerk wel maar kost het forse extra investeringen (35 tot 77 procent meer).

De gemeente wil niet starten in oude wijken met moeilijk isoleerbare woningen. Ook wijken waar recent het rioolstelsel onder handen is genomen vallen af, evenals wijken waar een grootschalige herontwikkeling gepland is (bijvoorbeeld nieuwbouw) en wijken met veel kleine Verenigingen van eigenaren zoals Voorburg-Noord. In het buitengebied is de bebouwing zo schaars dat een warmtenetwerk niet lonend is. In Veursehout zijn de woningen zo goed geïsoleerd dan een warmtenetwerk daar weinig zin heeft (niet rendabel).

Volgens verantwoordelijk wethouder Jan-Willem Rouwendal gaat de energie omwenteling aan niemands deur voorbij. Elke woning zal over moeten gaan op een andere manier van verwarming. Dat moet op een voor eenieder betaalbare wijze gebeuren waarbij de gemeente de inwoners ook iets wil bieden voor het afsluiten van het gas. Een wijkgerichte aanpak staat of valt echter bij het draagvlak daarvoor onder de bewoners.

Sinds 2010 is de CO2-uitstoot van de gemeente al met bijna 32 procent gedaald. Het gebruik van zonne-energie en aardwarmte is spectaculair gestegen. In 2030 moeten 40 procent van alle geschikte daken uitgerust zijn met zonnepanelen; in 2050 alle daken. Het energieverbruik van woningen moet in 2050, 35 procent lager liggen dan nu, vooral door deugdelijke isolatie.

Tot 2030 wijst de gemeente de aanleg van zonnevelden (grote vlakten zonnepanelen) en de bouw van windmolens af. Bij een toekomstige herijking van de LES kunnen beide energiebronnen echter weer in beeld komen.

Aardwarmte heeft een grote potentie in de gemeente. Probleem is echter dat gebruik pas lonend wordt als er minstens 4000 woningen gebruik van maken. De gemeente beziet een aansluiting op een leiding die restwarmte uit de Rotterdamse haven via Rijswijk naar Leiden gaat brengen. Dat hangt echter af van de kosten en de temperatuur van de restwarmte in relatie tot de benodigde warmte in Leidschendam-Voorburg.