Leidschendam-Voorburg zal vooralsnog geen gebruik gaan maken van restwarmte die uit de Rotterdamse haven via Rijswijk naar Leiden gaat worden getransporteerd. Dat heeft wethouder Jan Willem Rouwendal de gemeenteraad bericht. Een pijpleiding die voor het transport nodig is, zal wel via het grondgebied van de gemeente gaan lopen en heeft ‘een grote impact’, aldus Rouwendal.
De provincie Zuid-Holland wil voor de aanleg een provinciaal inpassingsplan (PIP) maken. De provincie heeft B&W gevraagd voor 1 juli 2021 aan te geven of men een PIP-procedure ondersteunt. Vanwege deze korte reactietermijn, kon de gemeenteraad niet bij de zaak betrokken worden.
B&W hebben de provincie aangeraden na het zomerreces door middel van een presentatie over de PIP-procedure en de plannen en procedure rond de aanleg van de warmtetransportleiding, de gemeenteraad te informeren. Dit stelt de raad in de gelegenheid alsnog inhoudelijk te reageren op het voornemen een PIP-procedure te starten. Een PIP-procedure betekent dat de gemeenteraad de inpassing van de leiding niet meer in de vorm van een bestemmingsplanwijziging vaststelt, aldus Rouwendal.
De wethouder noemt een aantal punten die voor B&W moeilijk liggen:
– Voorkomen inperking grondgebruik. In eerste instantie wordt onderzocht of het tracé van de nieuwe warmteleiding het bestaande tracé van de regionale gasleiding ten oosten van de A4 kan volgen. Indien dat niet kan, en het tracé elders komt te liggen betekent dit mogelijk inperking van bestemmingsmogelijkheden en planontwikkelingen voor Leidschendam-Voorburg,
– Inpassing pompgebouw. Voor de leiding moet er een pompgebouw op grondgebied van Leidschendam-Voorburg komen. ‘De ruimtelijke inpassing van dit pompgebouw op ons grondgebied vinden we in ieder geval vanwege de afmetingen (30 meter bij 30 meter en 8 meter hoog) een duidelijk zorgpunt’, aldus Rouwendal. ‘Zeker bij inpassing op maaiveld in ons buitengebied’,
– Werkzaamheden combineren met project Verbreding A4. ’Wij verzoeken u dringend in de PIP-procedure de benodigde onderzoeken en werkzaamheden te combineren om overlast niet onnodig te verdubbelen maar juist te beperken. Ook vragen wij u in dat verband op voorhand extra rekening te houden met de manier van aanleg (open ontgraving, persing, boring) om ook op die manier dubbele overlast voor perceeleigenaren te voorkomen’,
– Toekomstige aftakking mogelijk maken. ‘Leidschendam-Voorburg zal in eerste instantie geen (groot)gebruiker zijn van de betreffende warmteleiding. Wij willen de mogelijkheid van gebruik van de warmteleiding voor bepaalde wijken binnen onze gemeente wel verder onderzoeken. Wij vinden de bereidheid tot het inpassen van enkele T-stukken (aansluitmogelijkheden) ter hoogte van onze gemeente in het (voorkeurs)tracé daarom belangrijk om mogelijke latere aantakking te vergemakkelijken’,
– Bomenkap voorkomen. ‘Wij willen het punt van voorkomen van bomenkap extra benadrukken en verzoeken daarmee rekening te houden bij de keuze van het (voorkeurs)tracé, de manier van aanleg en de bepaling van restricties rondom het tracé’,
– Rekening houden met regionale ontwikkelingen. ‘Tot slot vragen wij u in de PIP-procedure in brede zin rekening te houden met alle regionale ontwikkelingen. Zo moet bijvoorbeeld voorkomen worden dat het (voorkeurs)tracé en de diepteligging van de warmtetransportleiding de mogelijkheden voor een ondergrondse OV-verbinding tussen de Haagse wijk Binckhorst en Zoetermeer belemmeren’.




