Mening
U zegt het maar: Het welzijn van de inwoners van Leidschendam-Noord

‘Goedenavond raadsleden en andere aanwezigen. Mijn naam is Caroline van Enst. Vanuit verschillende rollen ben ik al langere tijd betrokken bij de ontwikkelingen in Leidschendam-Noord. Toen ik nog als beleidsmedewerker bij de gemeente werkte, had ik daar al veel contacten. Ik werkte onder andere mee in het project ‘Revitalisering Prinsenhof’ en in het Programma Stedelijke Vernieuwing, waarin De Heuvel een aandachtsgebied was. Nu ben ik in dienst bij Kwadraad en werk als coördinator van het Sociaal Servicepunt en het hulpverlenersnetwerk Gebundelde Kracht. In die rollen heb ik iets meer zicht gekregen op het welzijn en de zelfredzaamheid van de inwoners van Leidschendam Noord.

Aan mij is gevraagd of ik u daar wat over wil vertellen. Dat doe ik graag. De gemeente heeft, zo lang ik weet, geïnvesteerd in de buurten Prinsenhof en De Heuvel. Heel belangrijk, want het zijn – mede daardoor – mooie groene buurten met belangrijke voorzieningen, zoals buurtwinkels, speelmogelijkheden, een wijkcentrum, een jongerencentrum, brede school, bibliotheek, zwembad et cetera. De Wijkatlas laat zien dat de bewoners blij zijn met de voorzieningen en het openbaar groen in hun buurt. In de praktijk zien en horen we dat ook. Een goede basis die zeker bijdraagt aan het welzijn van de bewoners.

Er zijn wel een aantal algemene ontwikkelingen die een minder gunstig effect hebben op de leefbaarheid in Leidschendam Noord en daarmee op het welzijn van de inwoners.

1. Er wonen steeds meer mensen met psychische aandoeningen in buurten met veel sociale woningbouw (zoals De Prinsenhof en De Heuvel). Het lukt alleen nog lang niet altijd om deze inwoners zo te ondersteunen dat ze stabiel blijven of herstellen. Soms zorgen deze mensen voor overlast in hun omgeving. De praktijk leert dat we nu onvoldoende mogelijkheden hebben om daar adequaat op te reageren. Daarmee doen we (als samenleving) de mensen zelf, maar ook de omwonenden tekort.

2. Er is in Leidschendam-Noord relatief veel verborgen problematiek. Inwoners die kampen met eenzaamheid, beperkingen, schulden/armoede en/of andere psychosociale problematiek. Deze mensen zoeken en krijgen lang niet altijd de hulp die ze nodig hebben waardoor hun problemen kunnen escaleren. Er is afnemend vertrouwen in de overheid en andere instituties. Veel van deze mensen zijn in hun leven ook teleurgesteld geraakt in de hulpverlening.

3. De inburgering van mensen met een migratie-achtergrond is de laatste jaren niet goed gegaan. Met name de participatie en taalontwikkeling van vrouwen is achtergebleven. Door de coronacrisis is het integratieproces helemaal piepend tot stilstand gekomen. Voor een kansrijke cognitieve en emotionele ontwikkeling van kinderen, is het heel belangrijk dat de ouders Nederlands leren spreken en verbonden zijn met de Nederlandse samenleving.

4. De financiën van mensen die van een minimum inkomen moeten leven, zijn dermate ingewikkeld geworden dat het zelfs voor getrainde vrijwilligers en professionele hulpverleners lastig is om in het woud van uitkeringen, regelingen, toeslagen, eigen bijdragen en kwijtscheldingen, vast te stellen waar iemand wel of geen recht op heeft. Als dat niet verandert lijkt financiële zelfredzaamheid voor velen een illusie. En fouten kunnen vergaande consequenties hebben.

Wat kan het programma Sterk Voor Noord in positieve zin bijdragen aan de leefbaarheid in Leidschendam-Noord en de zelfredzaamheid van de inwoners?

Allereerst lijkt het mij een belangrijke opgave om weer in contact te komen met de mensen die nu hun vertrouwen in de overheid en hulpverlenende organisaties hebben verloren. En als er contact is, om het vertrouwen weer op te bouwen. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Het systeem van ondersteuning en zorg is nu gericht op kortdurende interventies. Het verhelderen van de vraag, het oplossen van een acuut probleem of het behalen van een doel, om dan de hulp zo snel mogelijk afbouwen. Voor mensen die hun leven lang al veel problemen hebben, werkt dat niet (meer). Daar is een andere aanpak nodig.

Investeer onder andere in sterke casusregie en organiseer nazorg (deze functies zijn in het sociaal domein van Leidschendam-Voorburg, nu nog niet voldoende belegd). Stel ouders en (vooral) moeders met een migratie-achtergrond in staat om te blijven werken aan taalontwikkeling en bevorder hun participatie. Maak het mogelijk, maar ook minder vrijblijvend. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van de belangrijkste randvoorwaarden (zoals kinderopvang), maar benut ook instrumenten om hier sterker op te sturen. Zoals het Persoonlijk Inburgeringsplan, de tegenprestatie en dergelijke.

40 % van de kinderen in De Heuvel en De Prinsenhof groeit op in een éénoudergezin (verreweg het hoogste percentage in de gemeente). Statistisch hebben deze kinderen meer kans op problemen en dus minder kans om zich optimaal te ontwikkelen. Zorg dat er in het programma voor deze doelgroep (alleenstaande ouders) speciale aandacht is. Er liggen echt mogelijkheden om, samen met deze ouders, te werken aan een goede toekomst voor hun kinderen.

Last but not least, betrek de inwoners in alle fasen van planvorming, implementatie en uitvoering. Dat lijkt me misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor een duurzaam succesvolle aanpak. Hiermee lijkt al een goede start te zijn gemaakt.

(Caroline van Enst, coördinator van het Sociaal Servicepunt en het hulpverlenersnetwerk Gebundelde Kracht)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter