Wethouder Astrid van Eekelen (VVD) heeft een zware nederlaag geleden in de gemeenteraad. Het ging  om het herstelbeleid na de coronacrisis (2022-2025). B&W hebben daarvoor tien miljoen euro uitgetrokken. De gemeenteraad ging echter niet akkoord met een nota die als basis moest dienen voor een bestedingsplan voor dat geld. Van Eekelen werd gedwongen het stuk van tafel te halen.

Het verzet van de raad werd geleid voor Van Eekelens partijgenoot Philip van Veller. Die noemde het stuk van de wethouder ‘onvoldragen’. ,,Neem het terug en kom met een nieuw stuk’’, zo riep hij de wethouder op. Volgens Van Veller staat er geen visie in het stuk (welke gemeente willen we eigenlijk, wat heeft corona daar mee gedaan), worden verouderde gegevens gehanteerd en wordt er uitgegaan van landelijke trends in plaats van lokale. Bovendien is er volgens hem sprake van ‘geld zoekt besteding’.

Van Vellers betoog werd is soortgelijke termen ondersteund door GBLV, D66, CDA en GroenLinks; een ruime meerderheid in de gemeenteraad.

Van Eekelen trachtte in eerste instantie nog de zes doelstellingen van het herstelbeleid (bestaanszekerheid ondernemers en flexwerkers; perspectief jeugd, bestrijding eenzaamheid; tegengaan kansongelijkheid; behoud vitale winkelgebieden; aanpassen openbare ruimte) overeind te houden. Zij wilde daarmee verder werken ten behoeve van een ‘inventarisatie’. Die wilde ze dan aan de gemeenteraad voorleggen voordat er een bestedingsplan kwam.

Met die tussenstap redde ze haar gezicht echter niet. De erkenning dat herstelbeleid samenliep met bestaand beleid en nieuw beleid, waardoor eigenlijk niet meer duidelijk is wat écht herstel is, maakte het er ook niet beter op.