Bij de ouderen- en jeugdzorg, alsmede het helpen van mensen aan werk, is niet meer de vraag ‘wat kan er?’ allesbepalend maar de vraag ‘wat is er nodig?’. Daartoe is een cultuurverandering bij alle betrokken gemeentelijke diensten en zorginstellingen noodzakelijk.

Dat schrijven de wethouders Saskia Bruines en Floor Kist in een zogenoemde ‘Contourennota sociaal domein’. De gemeente is sinds 1 januari 2015 verantwoord voor de zorg en de werkgelegenheid. Volgens beide bestuurders is daarbij verandering nodig.

De wethouders willen per geval (gezin) één plan en één regisseur. De leefwereld van degene die hulp vraagt moet op één plek beoordeeld worden. Dat vergt een denken vanuit de inwoner. Er moet samen met die inwoner gezocht worden naar een oplossing, zo breed mogelijk. Bruines en Kist reppen over de ‘hart-wet-euro’ balans. Dat wil zeggen de bewoner-de regels-het geld.

De hulp zal dichter naar de inwoners toe gebracht moeten worden. Er komen daarom drie servicepunten. Twee opgezet door welzijnsorganisatie Woej, MEE (steun mensen met beperking) en Kwadraad (maatschappelijk werk) en één door de gemeente zelf. Die komen in wijkcentrum De Groen Loper (Voorburg), wijkcentrum De Plint (Leidschendam) en het gemeentelijk Servicecentrum (Leidschendam).

Behalve met Woej, MEE en Kwadraad gaat de gemeente ook nauw samenwerken met Sport en Welzijn alsmede Plicare (wijkverpleegkundigen). Met alle partners wil de gemeente de werkprocessen gelijk trekken.

Binnen het gemeentelijk apparaat komt er één afdeling dienstverlening sociaal domein. De gemeente gaat werken met multidisciplinaire teams waarin ambtenaren die deskundig zijn op verschillende terreinen samen optrekken en bij de mensen thuis komen.

Er worden ook twee proefprojecten gestart in de Voorburgse wijken Bovenveen en Voorburg-noord. De ene is het werken met de multidisciplinaire teams, de andere betreft zorg aan mensen met psychische problemen.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter