De gemeentelijke regelingen om mensen die het financieel niet breed hebben te helpen, zijn vaak onbekend. Van de mensen die er voor in aanmerking zouden komen deed in 2015 maar éénderde een beroep op een regeling.

Dat heeft wethouder Nadine Stemerdink gezegd op een bijeenkomst over armoede, georganiseerd door de Cliëntenraad sociale zaken. Inmiddels is het aantal gebruikers gestegen tot 50 procent, aldus de wethouder.

,,Maar we zijn er nog lang niet. De drempel om naar de gemeente te stappen is heel erg hoog. De regelingen op zich zijn goed maar hoe krijgen we ze  bekend?’’, aldus Stemerdink.

Bij de betrokkenen gaat het om mensen doe rond moeten komen van 670 (alleenstaande) tot 1330 (echtpaar) euro bruto per maand. Voor 65-plussers is dat tussen 1000 en 1400 euro.

Van de doelgroep zit 33 procent in de bijstand, 33 procent heeft een klein pensioen, 25 procent werkt, de rest zit in de WW of is arbeidsongeschikt. Vaak zit men ook in de schulden.

Tijdens de bijeenkomst bleek dat degenen die in financiële problemen komen, terecht moeten kunnen bij een onafhankelijke instantie die hen helpt bij aanvragen voor hulp. Elke gemeente moet zo’n instantie hebben volgens de wet.

Op de vraag of de gemeente zo’n instelling ook heeft bleef wethouder Stemerdink in eerste instantie het antwoord schuldig. Later verwees zijn naar de sociale servicepunten die vorige maand door welzijnsorganisatie Woej, MEE (hulp gehandicapten) en Kwadraad (gezinshulp) zijn opgezet.

De servicepunten draaien bij de dienstencentra De Groene Loper in Voorburg en de Plint in Leidschendam. Ze zijn 2,5 uur per week open.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter