Wolken of bergen?

Op de vijfde dag van onze reconstructie van Constantijns reis naar Venetië bereikten we Zwitserland. We vertrokken vroeg uit Rothenburg ob der Tauber en reden via de Autobahn naar Tuttlingen, even boven de Bodensee. Daar pikten we de route van Constantijns gezelschap over de binnenweg weer op. Via de watervallen van Schaffhausen, de oevers van het Meer van Zürich en de Walensee koersten we aan op Chur, aan de voet van de Alpen.

Even voor Tuttlingen, in het heuvelachtige zuiden van Beieren, had Constantijn op 22 mei 1620 een opmerkelijke ervaring. Hij schrijft  daarover in zijn reisjournaal het volgende: “ Deze namiddag hadden we voor het eerst de besneeuwde Alpen ontwaard. Ze leken mij gewoon witte wolken aan de lucht, tot enkele meer ervaren personen uit ons gezelschap me verzekerden dat het bergen waren. […] We klommen nog tot grotere hoogte en zagen nu heel duidelijk de sneeuw van de Alpen, hoewel die naar men mij verzekerde toch nog meer dan vijf dagreizen van ons verwijderd waren.’ Je kan je voorstellen dat Constantijn zich op dat moment gerealiseerd moet hebben hoe machtig en hoog de bergen waren waar hij overheen zou moeten trekken.

Vanzelfsprekend hebben ook wij in Zuid-Beieren onze ogen op de zuidelijke horizon gericht gehouden. Of we hetzelfde zagen als Constantijn laat ik nog even in het midden. Dat ziet u in de film.

Op de jonge man van 24 jaar, die tot dan toe gewend was aan het vlakke Hollandse land, maken hoogteverschillen diepe indruk. Bij de imposante watervallen van Schaffhausen, die zo’n 23 meter hoog zijn, heeft Constantijn het in zijn dagboek over een “oorverdovend lawaai”en een “angstaanjagende’ ervaring”. En tijdens de oversteek van de Walensee ziet hij indrukwekkende watervallen die zich van de steile hellingen zo in het meer storten. De hoogte daarvan schat hij grappig genoeg in als “meer dan twee keer de hoogte van de Haagse klokkentoren”. De Haagse Toren, dat was wat hoogte betreft dus zijn referentiekader. Begrijpelijk, hij woonde er om de hoek.

Tja, en dan die Alpen. Wanneer je Constantijns route volgt, de oude handelsweg, komen ze op een gestage, indrukwekkende manier dichterbij. En als je dan vlak voor Chur letterlijk langs de voet van de bergen trekt, terwijl de toppen ervan soms in de wolken verdwijnen, en als je dan bedenkt dat hij en zijn reisgenoten er ongeoefend en met een primitieve uitrusting overheen moesten, dan wordt je even stil.

In de middag van de 29e mei arriveerde het gezelschap in Chur. Ze hadden er sinds hun vertrek uit Den Haag 35 reisdagen op zitten. Venetië kwam dichterbij. Alleen nog even die bergen …..

Wordt vervolgd.

Peter van der Ploeg

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter