De gemeente wil een nieuwe visie op de toekomst gaan maken. Wat voor gemeente willen ze zijn? Welke ontwikkelingen zijn er gaande? Hoe spelen we daar op in?
Nu ligt er al zo’n stuk van een paar jaar terug. Daarin staat onder andere dat Leidschendam-Voorburg een aantrekkelijke, groene woongemeente wil zijn, netjes en veilig. Met voldoende voorzieningen en een prima dienstverlening.
Er moet genoeg te doen zijn voor de inwoners. De bevolking moet gemengd zijn. Er moet gebouwd worden voor jonge gezinnen en jongeren, mede om vergrijzing van de gemeente te voorkomen. Daarnaast was een goede bereikbaarheid van groot belang.
Mooie doelstellingen die allemaal nog steeds zo gelden. Daar hoef je dus geen nieuwe visie voor te schrijven. Een visie die er trouwens alleen maar toe dient als leidraad te fungeren bij het beleid dat op het Raadhuis wordt uitgedacht.
Voor de nieuwe visie zijn de burgemeester, wethouders en ambtenaren de straat op gegaan om mensen te bevragen. 406 om precies te zijn: 239 inwoners, 115 bezoekers van de gemeente en 52 ondernemers.
Nu kent de gemeente zo’n 75.000 inwoners. Die 239 is dus 0,3 procent. Zijn hun antwoorden representatief? Op grond van de stelregels voor onderzoeken als deze niet.
Toch gebruikt de gemeente de gegeven antwoorden als maatstaf voor drie bijeenkomsten met weer andere burgers die gevraagd worden een en ander te duiden.
Bijeenkomsten waarop de aanwezigen een door de gemeente gemaakte selectie van de antwoorden van de 239 krijgen voorgeschoteld. De rest van de ‘oogst’ uit de straatinterviews blijft verborgen.
Het ‘duiden’ is ook geen ‘duiden’. De aanwezigen op de bijeenkomsten (in Voorburg, Stompwijk en Leidschendam) krijgen eerst de vraag wat hun deel van de gemeente aan het totaal kan bijdragen.
Dat is dus een heel andere vraag. Als daarop antwoorden zijn geformuleerd – binnen het half uur – komen er 20 onderwerpen aan bod die het vaakst in de straatinterviews zijn genoemd. Uiteenlopend van ‘verkeer en vervoer’ via ‘veiligheid’ tot ‘cultuur’.
Of de aanwezigen maar even – ook weer binnen een half uur – willen kiezen wat voor hen het belangrijkst is. Uit de top toen moeten daarna drie onderwerpen gekozen worden die wat worden uitgediept.
Of de groep van 20 inderdaad het resultaat van de straatinterviews was, blijft onduidelijk. Net als de vraag waarom er uit de top tien gespreksonderwerpen gehaald moeten worden.
En wie zijn de toevallig aanwezigen – in dit geval 18, begeleid door 9 gemeentefunctionarissen – wel niet om de antwoorden van mensen die zij geheel niet kennen te ‘duiden’? Zonder te weten in welke context de meningen zijn geuit of hoe ze zijn bedoeld.
Dat de aanwezigen wellicht allemaal dezelfde onderwerpen uitdiepen wordt op de koop toe genomen. Kortom: er ontstaat een heel nauwe selectie. Waarbij dan ook nog komt dat degenen met de grootste mond, de meeste aandacht krijgen.
Bij de conclusies duiken ook plots heel andere onderwerpen op: digitalisering, schone lucht, hoe gaat de gemeente om met z’n bewoners, ondersteuning burgerinitiatieven.
Heeft dat iets met een toekomstvisie te maken? Bitter weinig. Wel wordt duidelijk dat de gemeente de inhoud van de visie stuurt. En dat het meepraten en –denken van burgers niet veel meer is dan een oefening voor de bühne. Oogt goed maar stelt inhoudelijk bitter weinig voor.
Nog een geluk dat de toekomstvisie niet bindend is. Alhoewel, als het stuk dat wel was waren ‘we’ wellicht verder geweest met, bijvoorbeeld, het bouwen voor jonge gezinnen en jongeren. Voor hen neemt de schaarste aan betaalbare woningen alleen maar toe.
Maar ja, over woningbouw wordt nauwelijks gesproken. En als het al aan de orde komt zijn de wedervragen van de aanwezige ambtenaren: wat kan de gemeente daaraan doen; waar vinden we nog ruimte om te bouwen; moeten we de hoogte in?
Einde discussie.