Bij het onroerendgoed project Duivenvoordecorridor (DVC) mag het geen doelstelling van de gemeente zijn om winst te maken. Dat blijkt uit een akkoord dat Leidschendam-Voorburg in 2008 met de provincie Zuid-Holland sloot. Destijds kende de gemeente een coalitie van VVD, CDA, D66 en PvdA.
In het akkoord – een zogenoemd bestuursconvenant – staat letterlijk: ‘Overwegend dat naast financiering uit publieke middelen als het Investeringsbudget Landelijk Gebied, deze plannen kunnen worden gefinancierd door het ontwikkelen van woningbouw, waarbij als eerste uitgangspunt geldt dat partijen geen winst beogen’.
Het Investeringsbudget Landelijk Gebied is een provinciale subsidieregeling. De gemeente kreeg ettelijke miljoenen euro’s van de provincie.
Volgens een zegsman van het provinciaal bestuur betekent dat betrokken passage ‘hiermee is als voorwaarde gesteld dat er geen winstoogmerk is. Bij vaststelling van subsidies wordt bepaald of is voldaan aan de voorwaarden’.
Met andere woorden: als er wel winst zou worden geboekt, kan de subsidie lager uitvallen of helemaal verdwijnen.
Onlangs maakten B&W bekend dat het verlies op DVC met 1,5 miljoen euro was toegenomen door investeringen in groenvoorzieningen. De stijging was opvallend omdat het voorziene verlies sinds eind 2014 steeds was gedaald, onder meer door een aanpassing van de plannen en andere beleidsmaatregelen.
Eind 2014 stond het verlies op 18,8 miljoen euro. Dat was reden voor GBLV en D66 om coalitiepartner VVD buiten de deur te zetten. VVD-wethouders waren verantwoordelijk voor het DVC-dossier.
Vlietnieuws.nl onthulde vorige week dat de gemeente verlies moest blijven boeken op DVC om de provinciale financiële steun niet kwijt te spelen. Nu blijkt dat in 2008 bewust voor zo’n constructie is gekozen.
Inmiddels is bekend geworden dat de gemeente nu zelfs overweegt minder dan de 300 tot 310 woningen in DVC te laten bouwen, als de grond- en huizenprijzen verder blijven stijgen. Ook dat is een manier om op het totale project verlies te kunnen blijven noteren.