Door het nieuw ingevoerde afvalsysteem worden de milieudoelstellingen van de gemeente niet gehaald. Het systeem zal aangevuld moeten worden met een vorm van nascheiding en een differentiatie in de hoogte van de afvalstoffenheffing.
Dat blijkt uit antwoorden van wethouder Floor Kist op vragen van VVD-gemeenteraadslid Louise Kortman. Het nieuwe afvalsysteem voorziet erin dat burgers zelf waardevolle spullen uit hun afval halen. Die worden dan thuis opgehaald. Het restafval moet men zelf in ondergrondse wijkcontainers storten.
Het nieuwe systeem wordt nu in Voorburg-Midden ingevoerd. De komende jaren volgt de rest van de gemeente.
Met het nieuwe systeem zal de hoeveelheid restafval per inwoner dalen van 255 naar 176 kilo per jaar. Dat komt neer op een milieuopbrengst van 55 procent. De gemeente wil echter naar 100 kilo; 75 procent milieuopbrengst.
Dat is alleen haalbaar, zo erkent Kist, als er op het restafval door afvalbedrijf Avalex nog een nascheiding wordt toegepast. En als de hoogte van de afvalstoffenheffing afhankelijk wordt van de mate van afvalscheiding door de inwoner (Diftar).
Indien het tot nascheiding komt kiest Kist voor de optie waarbij Avalex die nascheiding toepast op afval waarbij de burger eerst al waardevolle stoffen uit dat afval heeft gehaald.
Kist geeft aan dat hij nadrukkelijk kijkt naar aanvullende maatregelen op het nieuwe afvalsysteem. Nascheiding is volgens hem vooral aantrekkelijk in hoogbouwwijken (60 procent van Leidschendam-Voorburg) en de centra van beide stadsleden.
Nascheiding kost overigens wel meer. Die kosten kunnen met Diftar weer beperkt worden.