De gemeente heeft weer een nieuwe financiële tegenvaller. Per jaar gaat het om 780.000 euro. Dat was de opbrengst van de precariobelasting op ondergrondse leidingen en kabels. De precariobelasting voor nutsbedrijven is op 1 juli 2017 wettelijk afgeschaft.

Voor gemeenten die begin 2016 zo’n belasting hadden, geldt een overgangstermijn tot 2022. Toch zal een na de gemeenteraadsverkiezingen van maart te vormen nieuw college van B&W al in de begroting 2019 dekking voor het wegvallen van de inkomsten moeten vinden. Dat zal ook in de meerjarenbegroting voor 2020 en latere jaren moeten gebeuren.

Inmiddels is ook duidelijk dat de gemeente geen compensatie krijgt van het rijk voor een tegenvaller bij de bijstandsuitkeringen, zo heeft wethouder Nadine Stemerdink laten weten. Daardoor is er een tekort van 1,65 miljoen euro. Aan werkbedrijf DSW moet de gemeente 450.000 euro extra bijdragen vanwege grote tekorten bij die onderneming.

Het omvormen van DSW – waar de gemeente voor 22 procent eigenaar van is – tot een Zoetermeers bedrijf waar de gemeente dan diensten inkoopt, kost Leidschendam-Voorburg naar schatting 1,3 miljoen euro. De gemeenteraad moet volgende week beslissen over de toekomst van DSW.