De geluidproductie van de winmolen op het CEVA-terrein bij de A4 valt binnen de normen die daarvoor gelden. Er is dan ook geen reden om handhavend tegen de exploitant op te treden. Dat stelt de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) na onderzoek. De Haagse wethouder Joris Wijsmuller heeft een en ander bekend gemaakt.

In opdracht van ODH verrichtte het bureau M+P op 13 en 14 februari onderzoek naar het geluid van de windmolen die op Haags grondgebied staat. Dit naar aanleiding van klachten van omwonenden uit Leidschendam-Voorburg. Er werd al eens in mei 2017 gemeten maar toen was de windkracht onvoldoende en kwam de wind uit de verkeerde hoek.

Er is nu gemeten tussen 01.00 en 01.30 uur en tussen 21.30 en 22.00 uur. Er is bewust in de late avond en ’s nachts gemeten om de invloed van ander geluid (vooral de A4) zo veel mogelijk uit te sluiten.

Om een goede meting te kunnen doen moest de windkracht minstens 4 zijn en moest de wind uit het zuidoosten komen. Dat was in beide gevallen het geval.

Volgens M+P produceerde de molen tussen 51 en 55 decibel (eenheid van geluid). Dat is niet meer geluid dan in de specificaties voor de bouw werd aangegeven en waarop eerder het akoestische model voor de vergunningverlening werd gebaseerd.

M+P stelt dat de geluidhinder die omwonenden ondervinden niet toe te schrijven is aan een slechte werking van de molen of verkeerde aannamen over de geluidproductie.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter