Wethouder Nadine Stemerdink wil geen uitspraken doen over de kosten voor het opheffen van sociaal werkbedrijf DSW en de opzet van een Zoetermeers werkbedrijf waarvan Leidschendam-Voorburg diensten gaan inkopen. Dit in het belang van de onderhandelingen met Zoetermeer en Rijswijk.

Dat heeft zij CDA-gemeenteraadslid Diederik Visser laten weten in antwoorden op vragen over een publicatie van Vlietnieuws medio maart. Volgens B&W van Zoetermeer kost de opheffing van DSW 3,6 miljoen euro. Leidschendam-Voorburg is voor 22,6 procent eigenaar. Omgerekend is dat 814.000 euro.

Zoetermeer zet in de onderhandelingen met Leidschendam-Voorburg en Rijswijk echter in op een hogere bijdrage. Daarnaast wil Zoetermeer dat Leidschendam- Voorburg en Rijswijk gaan meebetalen aan het eerste jaar van het Zoetermeerse werkbedrijf. De kosten van dat eerste jaar worden geschat op 1,2 miljoen euro.

Stemerdink zegt zich niet te herkennen in dit beeld. Zij noemt de opbouw van een Zoetermeers werkbedrijf wel een zaak van Zoetermeer zelf. De onderhandelingen  tussen de drie gemeenten zijn deze maand gestart. DSW zou met ingang van 2021 verdwijnen.

Overigens heeft de gemeente over 2018 een meevaller van 100.000 euro extra bij de uitgaven voor DSW. Eerder was al een meevaller van 332.000 euro verwerkt in de financiële huishouding. Aanleiding voor de meevallers is het veel beter draaien van DSW dan verwacht waardoor er minder tekorten afgedekt moesten worden.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter