Ieder jaar brengt Rijkswaterstaat miljoenen kubieke meters zand aan op de Nederlandse stranden en vlak voor de kust. Daarmee zorgen ze dat Nederland niet kleiner wordt. Ook gebruiken zij het zand om ervoor te zorgen dat het totale zandgebied rondom de kust kan meegroeien met de zeespiegelstijging. Hoe komt het dat onze kust steeds verder ‘wegkwijnt’ en wat doet Rijkswaterstaat hieraan? Gert Jan Harpe van het kust onderhoud programma legt het uit.

We verliezen structureel zand langs onze kusten, maar hoe komt dat?

,,Dat zijn voornamelijk natuurlijke processen’, vertelt Harpe. ‘Eb en vloed, golven, wind en zeespiegelstijging zorgen ervoor dat de kust steeds verder afslijt, ofwel erodeert. Het zand langs de Nederlandse kust wandelt van zuid naar noord, richting de Wadden en verder richting Noord-Duitsland en Denemarken. Van nature wordt er geen zand vanuit de rivieren aangevoerd naar de Nederlandse kust, dus de totale zandaanvoer is kleiner dan de afvoer. Ook zware stormen dragen bij aan erosie.”

Het erosieproces is een natuurlijk proces, maar hoe zit het met de menselijke ingrepen, zoals dijken of waterkeringen?

,,Onder druk van het vloedgetij wil het water recht vooruit stromen, maar harde constructies zoals de pieren bij IJmuiden, de Tweede Maasvlakte of dijken voorkomen dat. Dit kan lokaal voor extra erosie zorgen. Zand haalt juist de kracht uit de golven. Het afvoeren van zand kost energie, waardoor golven afzwakken. Daarom zorgen we ervoor dat er voldoende zand blijft om mee te nemen.”

Om te bepalen of en waar de kust erodeert, meet Rijkswaterstaat jaarlijks de ligging van de kust met vliegtuigen en schepen, van Schiermonnikoog tot aan Cadzand in Zeeland. Op basis van deze metingen vergelijken we de kustlijn met de basiskustlijn, die in 1990 is vastgesteld. De uitkomsten van deze vergelijking vormen de input voor onze gedigitaliseerde kustlijnkaart. ,,Pas als er op zo’n locatie met overschrijding sprake is van structurele erosie, als er kustfuncties in het geding komen die baat hebben bij een suppletie en als het onderhoud economisch efficiënt uitgevoerd kan worden, wordt de locatie opgenomen in ons onderhoudsprogramma.”

,,We halen het zand voor de suppleties uit de Noordzee. Dat gebeurt vanaf de -20 m NAP-lijn uit de Nederlandse kust. Het zand in de Noordzee ligt niet voor het uitzoeken. In de wet staat dat we niet onbeperkt zand mogen winnen. Daar zijn regels voor. Zo mogen we tot een afstand van 12 mijl (zo’n 20 km) vanaf de kust zand winnen. Ook de ruimtelijke inrichting van het kustgebied legt ons beperkingen op: windmolens op zee en kabels en leidingen in de zeebodem vormen voor zandwinning een obstakel, net als conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog.” (bron Rijkswaterstaat)

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter