Nieuws
Vraagtekens bij energiestrategie

B&W zetten vraagtekens bij de keuzes die in een regionale energiestrategie (RES) zijn gemaakt ten behoeve van het Energieperspectief 2050. De problemen zitten bij een mogelijke aantasting van de lokale autonomie en de lokale invulling van het beleid inzake warmte en elektriciteit.

Dat blijkt uit een brief van B&W aan de gemeenteraad. De daadwerkelijke regionale energiestrategie dient volgend jaar door de gemeenteraad te worden vastgesteld. De RES is een uitwerking van het Klimaatakkoord van het kabinet. Het Klimaatakkoord is erop gericht de uitstoot van CO2 (broeikasgassen) sterk terug te dringen.

In de RES staat dat de vraag naar warmte teruggedrongen moet worden door achtereenvolgens: besparen (door isolatie tot energielabel C); gebruik restwarmte (havenwarmte, afvalverwerking, elektriciteitscentrales, industrie); gebruik aardwarmte; gebruik warmtepompen in woningen; inzet biogas.

Voor de stroomopwekking met zonnepanelen is de voorkeursvolgorde: op panden, parkeerplaatsen en in geluidschermen; langs infrastructuur; rondom industrie/bedrijven; op water, langs stadsrand, op akkers met bodemdaling, op stortplaatsen, in open landschap.

Voor windenergie is de voorkeursvolgorde: vervangen van oude windmolens door nieuwe; bij industrie/bedrijven; langs infrastructuur; in water, randen open landschap en bij boeren; in recreatiegebied, open landschap en natuur.

‘Vanwege de lokale kenmerken als groene woonstad is deze regionale voorkeursvolgorde voor warmte en elektriciteit waarschijnlijk niet in alle gevallen het meest passend bij de gemeente’, aldus B&W. ‘Het risico is dat er regionale druk wordt uitgeoefend om het kader stringent te volgen. Hiermee komt de lokale invulling mogelijk onder druk te staan’.

Inzake het beperken van de warmtevraag kennen B&W het isoleren van woningen en het verbeteren van de woonkwaliteit een hogere prioriteit toe dan het besparen tot label C en de inzet van restwarmte. Ook willen B&W gebruik gaan maken van de temperatuur van water (aquathermie).

Inzake stroom merken B&W op dat windenergie en zonneweiden langs snel- en spoorwegen in de RES een hoge voorkeur kennen. In Leidschendam-Voorburg gaan bijvoorbeeld de A4 en het spoor Den Haag-Leiden door het buitengebied. ‘Dit vergt een zorgvuldige afweging tussen de regionale invulling van de energiebehoefte en de aanwezige landschappelijke kwaliteit, biodiversiteit en weidevogelgebieden’, aldus B&W.

B&W wijzen er verder op dat bedrijfsterreinen en woongebieden in elkaar over overvloeien. ‘Windenergie ligt, gezien de ervaringen met CEVA (de Haagse windmolen aan de A4, direct naast de Zeeheldenbuurt, red), gevoelig in onze gemeente. Bij het realiseren van windenergie op bedrijventerreinen is het risico op overlast voor omwonenden sterk aanwezig’.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter