Nieuws
Keiharde botsing over jeugdhulp

Jeugdhulporganisatie Jeugdformaat en een tiental gemeenten waaronder Leidschendam-Voorburg zijn elkaar in de haren gevlogen over de tarieven voor jeugdhulp. Dat gebeurde in een door Jeugdformaat en acht andere organisaties aangespannen kort geding bij de Haagse rechtbank.

Volgens de raadsman van Jeugdformaat miskennen de gemeenten bij de tarieven welke verschillende soorten van hulp Jeugdformaat allemaal geeft. De nieuwe tarieven voor 2020 zijn 48 procent te laag. Dat betekent op jaarbasis een verlies van 3,1 tot 4,4 miljoen euro voor Jeugdformaat.

Jeugdformaat kan die verliezen nog wel één tot twee jaar via de reserves opvangen, maar daarna is het over. Dan is de hulp aan 11.000 jongeren en 1100 gezinnen verleden tijd, en verliezen 1000 mensen hun baan. Een alternatief is keihard bezuinigen, maar dat gaat ten koste van de hulpverlening.

De raadsvrouwe van de gemeenten liet heel andere taal horen. Volgens haar moeten jeugdhulpverleners anders gaan werken. Er wordt te veel dure hulp aangeboden. Tegelijk beweert elke hulpverlener ‘de zwaarste klanten’ van allemaal te bedienen, ‘uniek’ zijn en daardoor hoge kosten te hebben.

Bij Jeugdformaat is het aantal uren dat niet direct aan de klant wordt besteed maar bijvoorbeeld aan intern overleg en administratie, twee maal zo hoog als het landelijke beeld, aldus de raadsvrouwe. De productiviteit moet daar omhoog. Er zal doelmatiger moeten worden gewerkt.

De raadsvrouwe verwees verder naar de Jeugdwet op grond waarvan de gemeenten met ingang van 2015 verantwoordelijk werden voor de jeugdhulp. Daarbij werd afgesproken dat de hulp doelmatiger en goedkoper zou moeten worden. Zij beweerde dat de gemeenten er niet aan gehouden zijn kostendekkende tarieven te hanteren. Indien Jeugdformaat anders gaat werken komt men wel met het tarief uit, zo stelde zij.

Overigens hebben de gemeenten besloten twee jaar te gaan proefdraaien met een systeem waarbij hulpverlenende instanties worden betaald naar resultaat van hun behandelingen en niet meer naar het aantal behandelingen. De tarieven worden over twee jaar op die basis vorm gegeven.

De voorzitter van de rechtbank, mr. S. Hoekstra – Van Vliet doet binnen twee weken uitspraak.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter