Mening
Met Constantijn op Oorlogspad. Blog 2

Voor Constantijn Huygens was de belegering van Grolle – het huidige Groenlo – in de zomer 1627 zijn eerste kennismaking met gevechtshandelingen op grote schaal. Het maakte grote indruk op hem. Dat is niet verwonderlijk als je je realiseert dat bij die acties behoorlijk wat doden vielen, en dat een nog veel groter aantal soldaten gewond raakte, vaak ernstig en met fatale afloop.

Vandaag, bijna vierhonderd jaar later, maakten wij bij de re-enactment van de gevechten om Grolle opnamen voor onze documentaire ‘Met Constantijn op Oorlogspad’. Ofschoon het bij dit naspelen natuurlijk niet meer ging om gevechten op leven en dood, waren ook wij diep onder de indruk. Ruim 1.600 professioneel getrainde ‘soldaten’ bevochten elkaar, er daarbij voor zorgend elkaar niet te verwonden maar tegelijkertijd strevend naar een zo realistisch mogelijk weergave van de originele strijd. Het was entertainment van hoog niveau. Maar misschien is het goed eerst even de historische context te schetsen.

Na lang discussiëren door de Staten-Generaal werd in 1626 besloten dat de Spaanse troepen moesten worden verdreven uit de vestingstad Grolle, gelegen in het oostelijkste puntje van de Achterhoek. Grolle had een strategische handelsligging en bij inneming van de stad zou de oostgrens van de Republiek beter verdedigd zijn. Bovendien zou er dan een einde komen aan de hoge Spaanse grensheffingen en de plundertochten die de Spanjaarden in het gebied ondernamen.

Op 8 juli 1627 vertrok het Staatse leger van ruim 20.000 man sterk onder aanvoering van Frederik Hendrik over de Lek en de Rijn richting Grolle, waar het op 20 juli arriveerde. De belangrijkste toegangswegen naar de vesting werden geblokkeerd en het leger werd vervolgens ondergebracht in vijf kampen rond de stad, ieder met een eigen bevelhebber.

Direct de volgende dag werd begonnen met het bouwen van de circumvallatielinie: de omsingeling van de stad. Deze hoge aarden wal had een lengte van 3 uur gaans te paard schrijft Constantijn Huygens, die als secretaris van de stadhouder deelnam aan de campagne.

Al vijf dagen na het begin van de belegering was de linie gesloten en begon men met het gevaarlijke graven van approches (loopgraven) richting de stad. De approches hadden een breedte van soms wel vier meter, zodat er munitie en allerlei materialen naar de gracht rond de stad vervoerd konden worden. Het uiteindelijke doel was zo dicht bij de gracht te komen dat het mogelijk was het waterniveau te verlagen, waarna de stadswallen aangevallen konden worden.

Vandaag werden de eerste gevechten nagespeeld. De Spaanse ruiterij deed vanuit de stad enkele aanvallen, waarna de Staatse troepen van Frederik Hendrik wat plaagstoten teruggaven. Plaagstoten die gepaard gingen met flink wat geweld, het gebulder van kanonnen en heftige gevechten tussen Spaanse en Hollandse lansiers. En waarbij doden vielen, de Spaanse priester had op het slagveld zijn handen vol aan het geven van de absolutie aan stervende of zojuist gestorven soldaten.

De enscenering van het strijdgewoel was professioneel. Het ‘toneelbeeld’, om het zo maar even te noemen, was een feest voor het oog. Er gebeurde van alles tegelijk, onze cameraman en -vrouw konden hun apparatuur vrijwel continu laten draaien. Maar ondanks dat overdonderende visuele geweld werd ik toch ook gegrepen door wat details. Zoals de vrouwen die de troepen begeleidden, marketentsters genaamd. In de 17e eeuw waren zij degenen die de manschappen verzorgden met voedsel, drank en andere zaken. Zij waren minstens zo fanatiek als de soldaten, en dat kwam vandaag in de reenactment ook tot uiting. Zonder schroom begaven zij zich op het strijdtoneel en vormden zo kleurige rustpunten te midden van het geweld.

(Tekst Peter van der Ploeg)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter