Inwoners van Leidschendam-Voorburg sporten meer dan de inwoners van andere soortgelijke gemeenten. Dat geldt voor alle leeftijdsgroepen. Dat blijkt uit de Monitor sport en bewegen 2019 die wethouder Nadine Stemerdink aan de gemeenteraad heeft gezonden.

Van de inwoners onder 19 jaar sport 49,6 procent (in vergelijkbare gemeenten 47,3 procent); bij inwoners tussen 19 en 65 jaar is dat 54,8 procent (52 procent) en bij inwoners ouder dan 65 jaar 36,3 procent (33 procent). Lid van een sportbond is 29,6 procent van de inwoners (22 procent in vergelijkbare gemeenten).

De cijfers zijn opvallend aangezien het sportbudget van de gemeente maar 31 euro is tegen 42 euro in vergelijkbare gemeenten en 44 euro het landelijk gemiddelde is.

Leidschendam-Voorburg kent minder gymzalen, sportzalen en sporthallen dan vergelijkbare gemeenten. Ook zijn er minder sportvelden, met uitzondering van hockey. In Leidschendam-Voorburg zijn de sportvoorzieningen gemeten in vierkante meters echter groter dan elders. Dat geldt ook voor overdekt zwemwater.

De gemeente ziet het gat tussen inkomsten en uitgaven in de sport groeien. De inkomsten dekken nu nog 53 procent van de uitgaven. Dat was 60 procent twee jaar geleden. Uit de monitor blijkt dat de huren voor sportzalen en -hallen hier wel lager liggen dan elders.

Wethouder Stemerdink laat weten dat de uitgaven voor sportaccommodaties, sportstimulering en sportevenementen de komende tijd gelijk zullen blijven. Dalende inkomsten denkt zij op te kunnen vangen met hogere subsidies en uitkeringen van derden. (foto Sport en Welzijn)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter