Het bestuur van het Veur Theater in Leidschendam zal voor het seizoen 2020 – 2021 – de periode na 1 juli 2020 – geen nieuwe voorstellingen boeken. Aanleiding vormt de onduidelijkheid rond de huur van het theater en de subsidie die het theater mogelijk van de gemeente krijgt. Voor het huidige, lopende seizoen, heeft het besluit geen gevolgen.

Het bestuur blijft wel in gesprek met Theater Ludens Voorburg over een samenwerking binnen één organisatie met twee podia. Een nog aan te stellen kwartiermaker moet dat plan vorm gaan geven. De gemeente heeft voor de ene theaterorganisatie 300.000 euro subsidie over.

,,Als we er met de kwartiermaker uitkomen kunnen wij, of de nieuwe organisatie, gaan boeken voor het seizoen 2020-2021. Maar die kwartiermaker moet nog starten. Als we nu al zouden stoppen per 1 juli, zou de kwartiermaker geen zin meer hebben. Als die eruit komt kunnen we doorgaan. Maar 2020-2021 wordt dan toch een mager seizoen’’, aldus Oscar van Schijndel, secretaris bij het bestuur van het Veur Theater.

Van Schijndel ontkent dat het om de zoveelste noodkreet van het Veur Theater gaat. ,,Dat station zijn we nu wel gepasseerd.’’ Verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen heeft met verbazing op de mededeling van het Veur Theater gereageerd. Bij Theater Ludens spreekt men van ‘druk’ die het Veur Theater nu op het onderhandelingsproces om tot de ene theaterorganisatie te komen, zet. Men vindt de move ‘niet slim’.

Het Veur Theater, dat nu geen subsidie krijgt, vroeg eerder 48.500 euro subsidie om te kunnen overleven. Het huurcontract met de gemeente loopt op 1 juli 2020 af. Het Veur Theater betaalt 40.000 euro huur per jaar.

Alhoewel het bestuur van het Veur Theater in een brandbrief aan B&W en de gemeenteraad duidelijkheid eiste inzake de subsidie en de huur, kwam die er tijdens een vergadering van de gemeenteraad op 12 november niet. Verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen gaf aan de verdere gang van zaken aan de kwartiermaker over te willen laten. De gemeenteraad accepteerde dat.

Begin oktober bepaalde de gemeenteraad al dat een aan te stellen kwartiermaker binnen een jaar met een plan diende te komen voor de vorming van één theaterorganisatie met twee podia. Over de financiering van Veur Theater en Theater Ludens (dat wel subsidie krijgt) voor de tussenliggende periode werd echter niets afgesproken.

De toppen van het Veur Theater en Theater Ludens zouden nog deze maand een kwartiermaker moeten kiezen die dan in december aan de slag zou kunnen gaan. De top van het Veur Theater heeft inmiddels alle impresariaten in Nederland van het besluit voor het seizoen 2020-2021, op de hoogte gesteld.

Wethouder Van Eekelen: ,,We zijn constructief met elkaar in gesprek over de verregaande samenwerking en de toekomst van beide theaters. Door deze samenwerking streeft de gemeente er samen met de theaters naar om beide podia te behouden, zoals door de gemeenteraad unaniem besloten op 8 oktober 2019.’’