Het is vrijdagmiddag rond vier uur. Een vriend belt in paniek op. Hij voelt zich niet goed en is door de huisarts doorverwezen naar de Spoedeisende Hulp. En die zit vandaag-de-dag alleen nog maar in het Westeinde ziekenhuis in centrum Den Haag. Een ambulance is volgens de arts niet nodig, maar er moet wel haast worden gemaakt. Ik spring in mijn auto en rijd naar hem toe. Vijf minuten later zijn we al onderweg. Via de Binckhorst naar het Laaktracé en dan via de altijd drukke Vaillantlaan richting Den Haag centrum.

Naast me hoor ik zacht gekreun. Sorry, ik kan niet sneller. Het is een vroege avondspits. Na een klein half uur komt het Westeinde Ziekenhuis in zicht. Nu nog de ingang van de Eerste Hulp vinden. Die blijkt in het Westeinde te zitten. Ergens tussen wegwerkzaamheden en verstopt in een aantal houten schotten is de ingang. Alleen kun je nergens je auto kwijt. In arren moede zet ik de alarmlichten aan en stop aan de kant van de straat.

Ik help de zieke de wagen uit en wijs hem de weg. Mee naar binnen kan niet, want mijn  auto blokkeert een deel van het verkeer. Er wordt al driftig op claxons gedrukt en met opgeheven vingers gewezen, als ik weer instap. Helemaal achter aan het parkeerterrein van ons belangrijkste ziekenhuis is nog een parkeerplek. Als ik me eenmaal bij de balie meld, is de vriend al opgenomen en naar een arts gebracht.

Dan pas besef ik me wat een zooitje het is wanneer je als inwoner van Leidschendam-Voorburg naar de Spoedeisende Hulp moet. Terwijl er een HMC ziekenhuis op vijf minuten afstand zit, ben je gedwongen om een tocht van tenminste een half uur te maken naar een plek, waar je eigenlijk niet terecht kunt. Te ver weg en geen parkeerplaats. Je zou de verantwoordelijken voor dit beleid bijna zelf iets verschrikkelijks toewensen!

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter