In  lokale media verscheen afgelopen zondag een bericht van lokale ondernemers die zich er over verbaasden dat zij hun bankafschriften moesten tonen bij het aanvragen van financiële noodsteun in het kader van de corona crisis. Zij verwijten de overheid wantrouwen en hebben er moeite mee dat ambtenaren hun bestedingspatroon te zien krijgen. Ze vragen zich zelfs af of dit wel mag van de privacy wetgeving.

Ik vind juist dat de overheid dit heel goed doet. Deze regels gelden namelijk voor iedereen die in Nederland, op wat voor manier dan ook, steun vraagt. Ontvangers van toeslagen moeten bijvoorbeeld minimaal hun inkomen en vermogen openbaren. En iemand die een bijstandsuitkering, wajong of wia aanvraagt moet vaak letterlijk zijn hele hebben en houden op tafel gooien. Niet alleen zijn bankafschriften, maar ook informatie over zijn (psychische) gezondheid, levensloop, etcetera.  Dit grijpt vaak diep in in de privacy maar is goed te verdedigen omdat het de enige manier is om misbruik tegen te gaan en de solidariteit tussen betalers en ontvangers te behouden.

De steungelden die de overheid vrij maakt moeten uiteraard zoveel mogelijk terecht komen bij de ondernemers die het ook daadwerkelijk nodig hebben. Misbruik ligt op de loer. Dus moet de overheid controleren. Hoe moet de overheid dat anders doen dan via bankafschriften?

Voor ondernemers en zzp’ers die gebruik maken van de noodmaatregelen geldt geen vermogenstoets en ook het inkomen en vermogen van de partner telt niet mee. De steun die zij ontvangen is een gift, en hoeft dus niet terug betaald te worden. Ook geldt er voor hen geen sollicitatie plicht. De regeling is daarmee zeer royaal ten opzichte van bijvoorbeeld mensen in de de bijstand. Die hebben (logischerwijs) wel sollicitatie plicht, moeten hun vermogen(inclusief eigen woning) eerst opeten en krijgen alleen bijstand als de partner, of andere huisgenoot, geen inkomen heeft (kostendelersnorm). Ook ten opzichte van toeslag ontvangers is de regeling royaal. Toeslagen moeten namelijk wel terug  betaald worden als het (gezins) jaarinkomen van de ontvanger achteraf toch hoger uit komt.

Ondernemers moeten enkel aantonen dat zij ondernemer zijn en door de corona crisis inkomensverlies leiden. Hun eventuele vermogen, partner inkomen en vermogen en het totale inkomen van dit hele jaar(dat voor sommige wellicht toch nog boven het sociaal minimum uit zal komen als de corona crisis bedwongen word) telt niet mee. Ook hoeven zij niet te solliciteren in de periode waarin zij de steun ontvangen.

Ondernemers en zzp’ers genieten met de voorwaarden die aan de noodsteun gesteld worden een significant voordeel ten opzichte van de reguliere bijstand en andere uitkeringsontvangers. Collega ondernemers die een half jaar geleden in de problemen kwamen, komen er vaak ook heel wat minder goed vanaf.

Dit is allemaal goed te verdedigen, omdat we in uitzonderlijke tijden leven die vragen om uitzonderlijke maatregelen. Ondernemers zijn een belangrijke steunpilaar van de maatschappij en voor veel ondernemers zal het ondanks de maatregelen van het kabinet toch een moeilijke tijd zijn. Ondernemers verdienen dan ook steun. We hebben ze na deze crisis weer hard nodig. Maar ondernemers die in deze uitzonderlijke tijden klagen over het moeten tonen van hun bankafschriften aan ambtenaren die aan wettelijke geheimhoudingsplicht gebonden zijn,(en totaal niet geïnteresseerd zijn in de uitgaven van aanvragers) hebben de urgentie misschien toch niet geheel begrepen.

(naam inzender bij redactie bekend)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter