De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is niet te spreken over de 300 miljoen euro die het rijk uittrekt om de cultuursector te steunen in tijden van corona. Zo is er 30 miljoen euro voor lokale theaters en musea, onder de voorwaarde dat gemeenten en provincies zelf ook 30 miljoen euro steun geven.
VNG wijst erop dat de gemeenten zelf ook in problemen zitten en er financieel niet op achteruit mogen gaan door de coronacrisis. Bovendien ligt er nog geen reëel beeld van de met de crisis verbonden extra uitgaven en lagere inkomsten voor de gemeenten.
De 300 miljoen gaat vooral naar subsidieverhoging voor de meerjarig door het Rijk en de zes rijkscultuurfondsen gesubsidieerde producerende organisaties en festivals en leningen ten behoeve van opengestelde rijksmonumenten en privaat gefinancierde instellingen.
‘Het is te prijzen dat de minister (Ingrid van Engelshoven, red.) de coronaproblemen bij cultuur serieus neemt, maar we hebben wel behoorlijke bedenkingen. Haar steunmaatregelen betreffen slechts een beperkt aantal instellingen en gemeenten’, aldus VNG.
De eis van medefinanciering voor gemeenten en provincies heeft de minister in een laatste beraad met VNG op 16 april niet genoemd, aldus VNG. ‘De VNG heeft in die overleggen meermaals gewezen op de fragiele financiële positie van gemeenten’.