De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn overeengekomen om meer geld beschikbaar te stellen voor het nieuwe inburgeringsstelsel. Per 1 juli 2021 gaat de inburgering van het Rijk over naar gemeenten. Zij krijgen blijvend 35,2 miljoen euro extra voor de taken die uitgevoerd zullen moeten worden en éénmalig 36,5 miljoen euro voor de invoeringskosten voor het nieuwe stelsel.

Gemeenten willen dat alle inburgeringsplichtigen snel en volwaardig kunnen meedoen in de Nederlandse maatschappij, door de taal te leren en het liefst met betaald werk. Essentieel is dat de rol van gemeenten binnen het nieuwe inburgeringsstelsel is verstevigd. Gemeenten krijgen een centrale rol bij het Plan Inburgering en Participatie (PIP) voor elke nieuwkomer. Binnen het nieuwe inburgeringsstelsel kunnen inburgeraars vanaf de start van hun inburgering de Nederlandse taal leren in combinatie met betaald of vrijwilligerswerk.

Voor de begeleiding van de inburgeraars die nog onder de huidige wet vallen wordt nog eens 25,5 miljoen beschikbaar gesteld. Inburgeraars die nog onder de oude wet moeten inburgeren krijgen hierdoor een extra impuls op taal en begeleiding.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter