B&W gaan voor 2021 en de jaren daarna bezuinigingen uitwerken. Dat is nodig nu blijkt dat de begroting 2021 een tekort vertoont van 5,9 miljoen euro, nog zonder de effecten van de coronacrisis en een verwachte recessie. Ook in de jaren 2022 tot en met 2024 zit de gemeente in de rode cijfers.

Dat blijkt uit een zogenoemde kaderbrief 2021-2024 van wethouder Jan-Willem Rouwendal (financiën) aan de gemeenteraad. Hij wil eind dit jaar met voorstellen komen om het financiële plaatje te verbeteren en de begroting blijvend in evenwicht te brengen.

Er zal, aldus de wethouder, een heroverweging nodig zijn van het financiële beleid van de gemeente en de voor de toekomst geplande uitgaven. Rouwendal wil bovendien de lasten voor inwoners en ondernemers ook niet fors verhogen.

De gemeente kan niet voldoen aan de eis van de provincie Zuid-Holland, toezichthouder op gemeentefinanciën, om de begroting in 2022 op orde te hebben (in evenwicht). Daarover is beraad met de provincie gaande.

Rouwendal constateert dat op een aantal terreinen voortdurend tekorten ontstaan: met name Wet maatschappelijke ondersteuning WMO (ouderenzorg) en jeugdzorg. Die kostenposten kunnen niet blijvend via de financiële reserves van de gemeente afgedekt worden.

Door de verkoop van aandelen in energiebedrijf Eneco belopen de reserves komend jaar 174 miljoen euro. In 2024 is daar nog 157 miljoen euro van over. Al met al heeft de gemeente genoeg geld om de risico’s, ook door de coronacrisis, op te vangen.

Dit jaar kent de gemeente al een tegenvaller op de lopende begroting van 2,5 miljoen euro. De begroting 2020 kende een tekort van 9 miljoen euro. Dat werd door éénmalige ingrepen en een greep in de financiële reserves van de gemeente echter beperkt tot een tekort van 2 miljoen euro. Nu is dat dus 4,5 miljoen euro geworden.

De extra tegenvaller dit jaar komt vooral door hogere uitgaven voor jeugdhulp en voor ouderenzorg. Over 2019 werd een tekort geboekt van 4.1 miljoen euro; 2,8 miljoen euro minder dan voorzien. Het tekort werd opgevangen via de gemeentelijke reserves. Die daalden in totaal met 9,4 miljoen euro. Daarnaast werden investeringen ter waarde van 14,8 miljoen euro uitgesteld naar latere jaren.

Over het effect van de coronacrisis stelt Rouwendal dat er na de zomer wellicht meer duidelijkheid is wat dit betekent voor de gemeentelijke begroting. Zeker is dat echter niet. Het kan zijn dan die duidelijkheid pas in 2021 ontstaat. Dan zullen de effecten in de meerjarenbegroting 2022-2025 verwerkt moeten worden.