Nu de coronaregels versoepeld worden krijgen de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) in Leidschendam-Voorburg naar verwachting vaker te maken met grotere groepen mensen waar zij handhavend moeten optreden. Dit kan snel omslaan in een probleem van de openbare orde. De stap achteruit zetten in afwachting op het arriveren van de politie is dan in de praktijk lastig.
Dat heeft burgemeester Klaas Tigelaar VVD-gemeenteraadslid Ole Heil laten weten in antwoorden op vragen. ‘De gemeente hanteert een strakke lijn tussen het optreden van de BOA’s en de politie. De BOA’s handhaven op de leefbaarheidsfeiten en zijn niet verantwoordelijk voor de handhaving van onder andere de openbare orde. Hiervoor vallen de BOA’s terug op de collega’s van de politie. De huidige omstandigheden zorgen er echter voor dat deze strakke scheiding lastiger is om aan te houden’.
De BOA’s hebben een steekwerendvest en veiligheidsschoenen. Vanaf 1 januari 2021 zijn zij uitgerust met handboeien. Ze beschikken daarnaast over portofoons die zijn aangesloten op het alarmeringssysteem van de politie. Een ruime meerderheid van de BOA’s geeft aan de werkzaamheden in relatie tot het coronavirus beter en veiliger te kunnen uitvoeren wanneer zij van geweldsmiddelen zouden worden voorzien, stelt Tigelaar. Wat agressief gedrag jegens de BOA’s betreft gaat het overigens vooral om verbale agressie.
Op de vraag of BOA’s meer geweldsmiddelen moeten krijgen antwoordt de burgemeester dat dit een zaak is van de minister van Justitie en Veiligheid. Hij noemt een bodycam ‘in potentie een waardevolle aanvulling op de bestaande uitrusting’. Inzake de wapenstok en pepperspray schrijft Tigelaart dat zij ‘ook een aanvulling zijn op de uitrusting van onze BOA’s. Dit vraagt echter wel om een zorgvuldige afweging’.
De burgemeester zal de uitrusting van de BOA’s inbrengen bij het het regionaal bestuurlijk overleg en in het districtscollege.