De rijksoverheid en de provincies willen meer invloed krijgen op de woningbouw in de gemeenten. Daardoor moet het mogelijk worden om in de komende tien jaar 845.000 woningen te bouwen. Dat is nodig om het huidige tekort aan woningen terug te dringen. Dat stelt minister Kajsa Ollongren in een brief over de woningbouw aan de Tweede Kamer.
Het tekort aan woningen in Zuid-Holland is zeven tot acht procent: twee maal zo hoog als het landelijk gemiddelde. In de planning staat de bouw van 234.000 woningen tot 2035. Maar veertig procent van die bouwplannen is ‘hard’. Het betreft vooral bouw in stedelijk gebied in de komende vijf jaar.
Volgens Ollongren moet er vooral in de Randstad meer gebouwd worden. De provincies organiseren in samenwerking met de rijksoverheid in het gehele land werkconferenties. Het doel is om te analyseren waar de plancapaciteit moet worden uitgebreid en op welke locaties er meer of sneller woningen kunnen worden gebouwd.
De minister constateert een spanning tussen de wensen van de rijksoverheid voor de totale woningbouw, en de wensen van een gemeente of regio om hun woningbouwopgave te realiseren. ‘Het behalen van de landelijke woningbouwopgave is afhankelijk van de motivatie van gemeenten en/of provincies om passende ruimtelijke plannen vast te stellen en van de medewerking van partijen om de gewenste woningen daadwerkelijk te realiseren’, aldus Ollongren.
‘Bovendien is wonen niet de enige doelstelling binnen het gebruik van ruimte en dat kan botsen met andere belangen en doelstellingen. De complexiteit van de opgave op de woningmarkt vraagt om meer regie van het Rijk en de provincies met name tussen woningbouw en infrastructuur. Door de samenhang van woningbouw met mobiliteit en concurrerende ruimteclaims spelen bovenregionale en nationale belangen een rol bij lokale beslissingen’.
De minister wijst erop dat de gemeenten, op basis van de Wet ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen opstellen waarin ze voorwaarden kunnen opnemen ten aanzien van de hoeveelheid en het type bebouwing. Daarnaast spelen echter ook het verduurzamen, de leefbaarheid en de betaalbaarheid een rol. ‘Veel gemeenten geven aan dat ze daarvoor te weinig capaciteit hebben’.
‘In regio’s met een grote ruimtedruk en een grote woningbehoefte (zoals de Randstad) is de bouw van betaalbare woningen volgens marktpartijen niet rendabel. Gemeenten hebben niet altijd voldoende financiële middelen om bouwlocaties aan te bieden aan woningcorporaties met een sociale grondprijs’.
‘Door een gebrek aan bouwlocaties zijn de mogelijkheden die corporaties hebben om bij te dragen aan de nieuwbouwopgave beperkter geworden. Bovendien ligt het financiële risico van plannen die niet tot uitvoer komen bij de gemeente, wat hen ervan kan weerhouden de benodigde plannen te ontwikkelen’.