Leidschendam-Voorburg kan in de toekomst mogelijk gebruik gaan maken van de restwarmte uit de Rotterdamse haven voor de verwarming van woningen. Achter de schermen wordt in hoog tempo gewerkt aan de aanleg van de benodigde pijpleiding tussen Rijswijk en Leiden. Bij het project zijn het ministerie van Economische Zaken, Gasunie, provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, Warmtebedrijf Rotterdam (WbR) en gemeente Leiden betrokken.

B&W van Leidschendam-Voorburg zijn tot nu toe erg terughoudend bij de aanleg van een warmtenetwerk en het gebruik van restwarmte ter vervanging van gasgebruik voor de verwarming van woningen. Verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen heeft de gemeenteraad gewezen op de hoge kosten en de ingrijpende gevolgen van de aanleg. Zij mikt op andere mogelijkheden. Ook het ‘aanhaken’ bij een Haags warmtenetwerk ziet de wethouder niet echt zitten.

De pijpleiding tussen Rijswijk en Leiden biedt nieuwe mogelijkheden. Het gaat om een aftakking van de zogenoemde Leiding door het Midden: een pijpleiding voor restwarmte uit de Rotterdamse haven die via Vlaardingen, Schiedam, Midden Delfland, Delft en Rijswijk naar Den Haag gaat lopen. Het project kost 250 miljoen euro. De eerste warmte zou in 2023 geleverd moeten worden.

De leiding Rijswijk-Leiden staat bekend als Leiding door het Midden+ De leiding, met een vermogen van 100 megawatt, zou er in 2026 moeten liggen. Daarna zou de aansluiting van woningen er op kunnen starten. Gemeenten in de regio Leiden, waaronder Voorschoten, hebben zich al garant gesteld voor een bepaalde afname van warmte per jaar. Wethouder Van Eekelen heeft nog nooit over het project en deelname er aan van Leidschendam-Voorburg gesproken.

De Leiding door het Midden+ is een alternatief voor een eerder gedachte leiding die ten oosten van Zoetermeer zou lopen om via Zoeterwoude (Heineken brouwerij) naar Leiden zou lopen. Deze oostelijke leiding komt er niet. De financiering ervan was niet rond te krijgen. (illustratie provincie Zuid-Holland)