Nieuws
Decathlon mag niet naar Forepark

De provincie Zuid-Holland heeft terecht een ontheffing geweigerd voor het vestigen van Decathlon sportartikelen buiten het centrum van Den Haag, namelijk in het Forepark direct aan de A4 bij Leidschendam. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van woensdag 28 oktober. De Raad van State vindt het aannemelijk dat de sportwinkel op de beoogde locatie zal leiden tot het verdwijnen van winkels in het centrum van de gemeente en daarmee tot een merkbare invloed op en leegstand en leefbaarheid in het centrum. De uitspraak betreft eveneens een geplande Decathlon-vestiging in Schiedam.

De Raad van State stelt in haar uitspraak ook dat het rechtsgevolg van de eerder door Gedeputeerde Staten afgegeven reactieve aanwijzingen niet langer in stand blijft. Dit betekent dat de betrokken gemeentebesturen de besluiten tot vaststelling van delen van de bestemmingsplannen die waren getroffen door de reactieve aanwijzingen direct bekend moeten maken. Daarmee zouden in principe de sportwinkels planologisch gezien tóch weer zijn toegestaan. Maar het is niet waarschijnlijk dat deze bestemmingsplannen in een juridische procedure dan de eindstreep zullen halen. Vestigingen van Decathlon buiten de stadscentra zijn immers in strijd met regels van de provincie Zuid-Holland, zoals is bepaald in de uitspraak van vandaag.

De vraag of Decathlon zich op de betreffende locaties in Den Haag en Schiedam mag vestigen, speelt al sinds 2014. De gemeente Den Haag heeft destijds ontheffing gevraagd voor een vestiging op Forepark, specifiek aan de Rhône, Schiedam voor het Hargaterrein. De provincie heeft die ontheffingen niet verleend omdat de provincie vond dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden om van het beleid af te wijken.

Uitgangspunt van het provinciale beleid is dat detailhandel zich moet concentreren in bestaande winkelgebieden. Zo blijven centra compact en levendig en wordt leegstand voorkomen. Uitzonderingen zijn er voor winkels die grote producten verkopen zoals auto’s of meubels en die niet goed inpasbaar zijn in de winkelcentra. Volgens de betreffende gemeenten is dat laatste ook het geval voor het winkelconcept ‘try and buy’ van Decathlon. Daarom zijn zij in beroep gegaan bij de Raad van State om het besluit van de provincie ongedaan te laten maken. De Raad van State stelt in haar uitspraak dat Gedeputeerde Staten in redelijkheid heeft kunnen aantonen dat het ‘try and buy’-concept niet uniek en innovatief is om ontheffing te verlenen. Er is geen sprake van een ruimtelijke ontwikkeling met een zodanig belangrijk innovatief karakter om af te wijken van het geldende beleid dat detailhandel die qua aard of omvang van de aangeboden goederen inpasbaar is in de centra deze buiten de centra te vestigen. (foto Prov. ZH)

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter