B&W hebben besloten 19,7 miljoen euro die was gereserveerd voor de bouw van een nieuwe Vlietbrug in Leidschendam, niet terug te storten in de algemene reserve nu de brugbouw door een meerderheid van de gemeenteraad is afgewezen. De 19,7 miljoen euro wordt nu bestemd voor ‘mobiliteit’. Dat heeft wethouder Jan-Willem Rouwendal de gemeenteraad bericht in een toelichting op de begroting 2021-2024.

Ter toelichting meldt hij: ‘Bereikbaarheid is een belangrijk thema. Ontwikkelingen op het gebied van openbaar vervoer, parkeren, fietsverkeer, de komst van de Mall of the Netherlands, de toegenomen verkeersdruk onder andere op de N14, nieuwe wegen in de regio en ook smart mobility maken de komende jaren extra investeringen noodzakelijk. Het college van B&W komt nog met voorstellen voor de inzet van deze bestemmingsreserve met als doel de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid verder te verbeteren’. In de begroting stond al een reserve ‘bereikbaarheid’ van 3,4 miljoen euro. Die wordt gehandhaafd.

De 800.000 euro die ter voorbereiding van de brugbouw in de begroting stond vervalt wel net als 50.000 euro voor burgerparticipatie in het project. Dat geld vloeit wel terug in de algemene reserve. Rouwendal wijst erop dat er in de begrotingsteksten her en der nog wel sporen van de brugbouw-plannen staan. In de korte tijd die er was, was het niet mogelijk de hele begroting te herzien. De gemeenteraad bespreekt de begroting volgende week.