De Duivenvoordecorridor (DVC), nu Vlietvoorde genoemd, is een archeologische schatkamer. Bij toekomstige woningbouw zal dan ook archeologie vriendelijk gebouwd moeten gaan worden. Er worden dan ook speciale eisen aan de bouw gesteld. Dat blijkt uit stukken die B&W aan de gemeenteraad hebben gezonden.

In DVC zijn goed bewaarde resten van het Romeinse Kanaal van Corbulo, dat omstreeks 50 na Christus door de Romeinen is gegraven, gevonden. Het Kanaal moet de status van Werelderfgoed krijgen.

Onderzoek heeft tevens vijf archeologische vindplaatsen opgeleverd:

-Vlaardingencultuur, Jonge Steentijd: vondstmateriaal onder andere vuursteen, aardewerk en botmateriaal alsmede greppels, paalkuilen en kuilen,

-Vroege IJzertijd: paalkuilen en kuilen met een grote hoeveelheid divers vondstmateriaal, waaronder briquetage-aardewerk (zoutgootjes, ovenroosters en steunpootjes).

-Midden en Late IJzertijd en inheems-Romeinse periode: los vondstmateriaal in verschillende putten,

-Kanaal van Corbulo: de met klei gevulde watergang van het Kanaal van Corbulo, inclusief hieraan gerelateerde structuren, zoals twee parallel aan het kanaal gelegen greppeltjes, houten beschoeiingen, en vondstmateriaal uit het kanaal. Rekening houdend met een marge van zes meter aan weerszijden van het kanaal betreft het een zone van circa 500 meter lang en 30 meter breed, waarmee de vindplaats een oppervlakte heeft van circa 1,5 hectare,

-Buitenplaats Oostbos: een hoofdgebouw uit de Nieuwe Tijd. Waarschijnlijk aangelegd vanaf de 17 eeuw, met onder andere een houten vloer, funderingen en muren, een waterput en twee beerputten, enkele bijgebouwen in zowel steenbouw als houtbouw met een kelder met plavuizen, een vijver en verschillende grachten.

Vanwege de grote archeologische rijkdom van Vlietvoorde heeft de gemeente zich tot doel gesteld de archeologische waarden in de bodem zoveel mogelijk te behouden. Met de kennis die is opgedaan mogen er geen bouw- en graafwerkzaamheden plaatsvinden in het gebied van buitenplaats Oostbos en ter plaatse van het Kanaal van Corbulo. Elders moet archeologie vriendelijk gebouwd worden.

Het uitgangspunt van archeologievriendelijk bouwen is tweeledig: enerzijds dient de vindplaats behouden te blijven op zo’n manier dat archeologisch onderzoek mogelijk blijft, anderzijds moet het bouwplan gerealiseerd kunnen worden.

Voor Vlietvoorde geldt dat ophogingen zijn voorzien in het hele plangebied, dus ook boven de relevante vindplaatsen. Dat levert geen risico op voor de aanwezige archeologische restanten. Ontgravingen beperken zich tot een minimum. Ontgravingen dieper dan de gevonden archeologische resten zijn binnen de vindplaatsen niet toegestaan. Wijzigingen in de grondwaterstand vormen geen risico voor de vindplaatsen.

Wat heien betreft, dat moet strikt noodzakelijk zijn. Indien er geheid wordt moet de tussenafstand van rijen heipalen 5 meter zijn. Er moet gebruik gemaakt worden van prefab grondverdringende heipalen. De totale verstoring door heipalen niet meer bedraagt dan 2 procent van het plangebied. Alle bouwactiviteiten in het gebied worden ‘bewaakt’ door een door de gemeente aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologievriendelijk bouwen.

‘Op basis van de maatregelen kan worden gesteld dat de aanwezige archeologische waarden in het plan Vlietvoorde goed worden beschermd met dit archeologievriendelijke plan. Het resultaat is duurzame behoud ondergronds, in combinatie met expliciete bovengrondse aandacht voor de aanwezige cultuurhistorische waarden. Kortom: een hoogwaardig project waarin het cultureel erfgoed de plek krijgt die het verdient’, aldus B&W.