‘Het college belemmert het functioneren van raadsleden in haar controlerende taak door gebrek aan openheid. Nadat recentelijk twee raadsleden werden geweigerd door een ambtenaar van de gemeente bij een bespreking met omwonenden over de bouwplannen van Schakenbosch, moest GBLV-raadslid Arnold Brans een nieuwe teleurstelling verwerken.

Een door GBLV samen met D66 ingediende motie om gemeenteraadsleden in de toekomst beter te informeren door automatische toezending van alle overeenkomsten tussen gemeente en projectontwikkelaars, werd door wethouder Jan-Willem Rouwendal naar de prullenbak verwezen.

Daaruit moet Burgerintitiatief Leidschendam Noord helaas concluderen dat er van de controlerende functie door het hoogste orgaan binnen de gemeente, de gemeenteraad, niks overblijft. Niet alleen de raadsleden maar ook de burgers worden niet serieus genomen.

Steeds meer verbaast de bestuursstijl van deze wethouder ons. Het gaat nu niet over de bekende teleurstellingen en missers op het vlak van de marktgelden, gemeentelijke tekorten met weer stijgende woonlasten, garantstellingen sportclubs, de Nashville-verklaring, subsidiebeleid en diverse bouwprojecten als Vronesteyn, Appelgaarde en zijn hoofdpijndossier Schakenbosch. Nee, het betreft nu zijn visie op behoorlijke omgangsvormen en integer bestuur.

Allereerst vielen er maar liefst zeven in gebreke stellingen in zijn bus over het niet reageren op ingediende zienswijzen van 24 december 2019 op het ontwerp herziening Bestemmingsplan Schakenbosch. Niet reageren lijkt overigens het credo van wethouder Rouwendal. Want sinds 2017 zijn alle vragen, handreikingen, aanbiedingen tot meedenken, deelname aan begeleiding van onderzoek, op verzoek van de gemeente gemaakte documenten waar onder een Participatienota, visies door onder andere de Burgerinitiatiefgroep Leidschendam Noord onbeantwoord gebleven.

Van mening verschillen is altijd mogelijk maar negeren en vooraf geen open inhoudelijke dialoog aangaan, met ruimte tot aanpassingen, is dodelijk voor het vertrouwen in aanpak. Op het persoonlijk vlak is dit al uiterst verwerpelijk: op bestuurlijk niveau is er naar onze mening sprake van onbehoorlijk bestuur.

Daarnaast valt op dat de wethouder, gesteund door de coalitiepartijen (VVD, CDA, PvdA, GL en CU/SGP ) een uiterst vreemde visie heeft op geheimhouding van informatie. Na eerst de gemeenteraad al minder te informeren over gemeentelijke grondexploitaties was hij vorige week ook niet bereid om zogenoemde anterieure overeenkomsten gelijk aan de gemeenteraad openbaar te maken.

Na een afgeschermde periode van aftasten tussen projectontwikkelaar en betreffende wethouder om ergens iets te gaan bouwen wordt deze anterieure overeenkomst opgesteld om de samenwerking bij dit project vast te leggen. Deze overeenkomsten blijven geheim, maar kunnen wel opgevraagd worden door een raadslid. Als relevante informatie niet alleen aan burgers onthouden wordt maar zelfs aan het hoogste bestuurscollege binnen de gemeente namelijk de raad hoe kan die dan haar taak uitvoeren? Dit raakt alle drie taken van de raadsleden namelijk: volksvertegenwoordiger, kaderstelling en het controleren van B&W.

Rouwendals argument voor geheimhouding was: er staat helemaal niets relevants in. Ons inziens dus juist een reden om er geen punt van te maken en de stukken openbaar te maken. Verder kunnen burgers natuurlijk altijd een beroep doen via de Wet Openbaarheid Bestuur om inzage te krijgen stelt de wethouder. Lijkt een valide argument. Echter werkt in de praktijk ook niet want de ervaring leert dat het zolang gaat duren voor de stukken toegestuurd worden dat het onderwerp al weer van de bestuurstafel is. Verder zijn de meeste pagina’s van de anterieure overeenkomst met interessante informatie zwart gemaakt.

Conclusie: er blijkt een groot verschil te bestaan tussen wat gepredikt wordt en wat er gedaan wordt, zeker bij dit college. Niet alleen de raadsleden maar ook de burgers hebben het nakijken….

Cees Oosterbeek (Burgerinitiatief Leidschendam Noord)