Er bestaan plannen Station Voorburg bovengronds uit te breiden met een extra spoor en een perron. Dat heeft wethouder Astrid van Eekelen te kennen gegeven in antwoorden op vragen van D66-gemeenteraadslid Charlotte Bos. Die reageerde op een artikel van Vlietnieuws op 18 november waarin de uitbreidingsplannen stonden.

Het extra spoor en perron zijn nodig voor de aanleg van een tram dan wel lightrail-verbinding tussen Den Haag CS, Binckhorst, Station Voorburg en Zoetermeer. Ook als voor een zelfrijdende bus gekozen zou worden tot Station Voorburg zou de uitbreiding nodig zijn. De bus krijgt daar dan een eindpunt.

De uitbreidingsplannen staan in een notitie van het Leidse bureau VINU, gedateerd 1 november 2019 met het predicaat ‘definitief’. Het stuk werd gemaakt voor de bij de aanleg van de tram dan wel lightrail-verbinding betrokken partijen waaronder de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Op de vraag van Bos waarom de gemeenteraad de VINU-notitie niet ontving beweert de wethouder dat de hoofdlijnen ervan in januari 2019 besproken zijn op een bijeenkomst met gemeenteraadsleden uit Leidschendam-Voorburg en Den Haag. Daarbij is ook ‘het te verwachten vervolg’ aan de orde geweest, aldus Van Eekelen. De notitie zelf ging niet naar de gemeenteraad.

Van Eekelen geeft aan dat in het gemeentelijke Verkeer- en Vervoersplan van eind 2014 knelpunten bij de bereikbaarheid rondom Station Voorburg en afslag Voorburg A12 al zijn genoemd net als een mogelijke aansluiting tussen Binckhorst en Station Voorburg.

Over de plannen aangaande een verbinding Den Haag CS, Binckhorst, Station Voorburg van rijk, provincie, metropoolregio, Den Haag en Leidschendam-Voorburg zijn vanaf medio 2017 negen rapporten verschenen. De gemeenteraad is van het bestaan en de inhoud geïnformeerd via brieven van B&W en teksten in het zogenoemde ‘Projectenboek’. Of de raad ook de originele stukken kreeg laat de wethouder in het midden.