De 96 sociale woningen in de Emmastraat, Prins Hendrikstraat en Oranje Nassaustraat in Voorburg, waarvoor sloopplannen bestaan, zijn ‘waardevol’ en ‘behoudenswaardig’. Dat is uit een cultuurhistorische verkenning die de gemeente heeft laten uitvoeren, gebleken. De panden zijn eigendom van woningcorporatie Wooninvest. Die maakte eerder bekend ze te willen slopen om ter plekke nieuwe sociale woningen neer te zetten.

In een brief aan het Cuypersgenootschap, een organisatie die zich inzet voor behoud van bouwkundig erfgoed, stelt burgemeester Klaas Tigelaar dat de karakteristieke elementen van de huizen ‘waar mogelijk’ behouden moeten worden. Hij noemt de voorgevels, de structuur van het woonblok, de vorm van de kappen en de detaillering. Als behoud ‘niet de beste oplossing is’ zouden de karakteristieke elementen gereconstrueerd moeten worden, aldus Tigelaar. Volgens de burgemeester zijn gemeente en Wooninvest het in deze eens.

Volgens verantwoordelijk wethouder Jan-Willem Rouwendal neemt Wooninvest nog dit jaar een ‘tussenbesluit’. Daarbij is het de intentie van de corporatie om het verlies van de behoudenswaardige kwaliteit van het complex te voorkomen. Zelf noemt de wethouder het toekennen van een monumentale status aan de woningen in een brief aan de gemeenteraad ‘te zwaar’.

Rouwendal geeft aan dat Wooninvest beslist over een eenvoudige renovatie, een grondige renovatie, sloop en nieuwbouw met behoud van de gevels, sloop en nieuwbouw. Nadat Wooninvest een besluit heeft genomen wordt er met de gemeente een procesplan opgesteld voor de planvorming en het vergunningentraject. Alsdan blijkt ook wat de rol van de gemeenteraad in het geheel nog is.

Uit de cultuurhistorische verkenning bleek dat de architectuur-historische waarde van het complex (gebouwd in 1920-1921) hoog is, net als de gaafheid en de ‘ensemblewaarde’. Het geheel is ook vrij zeldzaam in Nederland. B&W zijn zich bewust van de waarde, aldus Rouwendal.