Het is juist dat een stuk grond tussen Huygens Hofwijck en de spoorbaan niet toebehoort aan de Vereniging Hofwijck. Bij de vraag of hier een tracé voor een lightrail komt gaat het om een afweging tussen het maatschappelijk belang van een openbaar vervoersverbinding en het belang van een stuk erfgoed.

Dat stelt Peter van der Ploeg, directeur van Huygens Hofwijck. Hij reageert op een publicatie van Vlietnieuws, afgelopen dinsdag, dat de bescherming van Huygens Hofwijck, en dan met name de tuin, moeilijk wordt aangezien een deel van de grond langs het spoor geen eigendom is van de Vereniging Hofwijck.

Van der Ploeg: ‘De tuin van Hofwijck is in 2003-2004 gereconstrueerd naar de originele tuin. Vanwege het belang van het ontwerp van die tuin heeft het de status van rijksmonument gekregen. Dat biedt een zekere bescherming, waarbij dan in conflicterende situaties een afweging wordt gemaakt. Zo zou je dus de situatie waarin we ons nu bevinden het best kunnen omschrijven’. Volgens hem moet er naar ‘een slimme oplossing’ worden gezocht.

Inmiddels heeft ook de provinciale CDA zich in de strijd geworpen. Volgens Meindert Stolk en Michel Rogier, beiden lid van Provinciale Staten voor het CDA, mag de tuin van Huygens Hofwijck niet aangetast worden door een lightrailtraject.

De twee CDA’ers wijzen erop dat de verbinding wordt aangelegd door schaars groen openbaar gebied en cultuurhistorisch erfgoed. De voorkeursalternatieven gebruiken allen hetzelfde tracé (met tram, bus of lightrail), waarbij de mogelijkheid open ligt om dit in de toekomst door te trekken naar Zoetermeer. Dit zou betekenen dat het traject dwars door de Tuin van Hofwijck komt.

Zij halen twee aangenomen moties van de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg aan waarmee zij zich unaniem uitspreekt niet akkoord te gaan met een OV-tracé tussen Maanweg (Binckhorst), Station Voorburg en Zoetermeer/Delft waarbij scouting Livingstone-Miriam, Opa’s veldje en/of de tuin van Huygens Hofwijck worden aangetast. De gemeenteraad heeft daarbij gevraagd om te onderzoeken of het tracé ondergronds aangelegd kan worden.

Het duo wil van Gedeputeerde Staten (GS) weten in hoeverre die op de hoogte zijn, wat de rol van de provincie bij de besluitvorming is en of GS mogelijkheden hebben de besluitvorming te sturen in een bepaalde richting.