De corona-pandemie heeft effect op de bouw. Dat stellen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Het provinciaal bestuur spreekt wel over ‘onzekerheidsmarges’ maar ziet wel degelijk ‘enkele ontwikkelingen’ bij de vraag naar woningen en het aanbod ervan.

‘De coronapandemie heeft zowel de behoefte aan nabijheid van groen, parken en landschap als het belang van de nabijheid van wonen, werken en voorzieningen naar voren gebracht. Bovenop een blijvende woningnood is er meer behoefte aan betaalbare woonruimte en mogelijkheden om thuis of zo dicht mogelijk bij huis te werken’.

‘De uitbraak van het coronavirus versnelt de digitalisering van het werk. Mogelijk leidt dit tot een blijvende accentverschuiving: meer thuiswerken, flexwerken en wel ruimte voor ontmoeting maar minder behoefte aan klassieke kantoren. De behoefte aan kantoorruimte wordt naar verwachting meer divers en kleinschalig. Ruimtebehoefte vanuit collectieve voorzieningen zoals het onderwijs en de zorg wordt eerder groter’.

‘De vorige (financiële) crisis heeft ons geleerd dat het belangrijk is om de bouw ook onder druk in stand te houden en tegelijkertijd in te zetten op innovatie. De kwaliteit van onze publieke ruimte heeft impact op gezond gedrag en kan veilige ontmoetingen mogelijk maken’.

‘Stedelijke regio’s kijken wereldwijd of en hoe tijdelijke aanpassingen om de leefruimte op straat te verbeteren ook ná de coronacrisis kunnen blijven bestaan. Dit betekent een inrichting die meer uitgaat van verblijf en leefkwaliteit en minder van vervoer. Deze verschuiving onderstreept het belang van slimme combinaties van maatregelen vanuit gezondheid, mobiliteit, economie, verstedelijking en groen. Deze combinaties zullen we in ons ruimtelijk beleid integreren’.

‘De coronacrisis leidt mogelijk tot vertraging in de woningbouw. Om dit te voorkomen en de bouw op gang te houden hebben we een aantal maatregelen genomen. Over deze maatregelen hebben we u in de afgelopen maanden al geïnformeerd’.