Er bestaat een kans dat de monumentale panden Leidsekade 6 tot en met 8 in Leidschendam alsnog gesloopt worden. Eerder was eigenaar Waterland Real Estate van plan ze te renoveren. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de panden in een nog slechtere staat verkeren dan eerder gedacht.

Dat heeft wethouder Jan-Willem Rouwendal GBLV-gemeenteraadslid Bram van Popering laten weten in antwoorden op vragen. ‘De ontwikkelaar heeft inmiddels een bouwkundig rapport laten opstellen waaruit moet blijken of de panden nog het behouden waard zijn, dan wel toch gesloopt zouden moeten worden. Dit rapport is nog maar net ontvangen en moet eerst bestudeerd worden, alvorens een uitspraak gedaan kan worden over wel of niet slopen van de panden’, aldus de wethouder.

De bodem voor, onder en achter de panden is ernstig vervuild. Dat geldt ook voor Leidsekade 9 en 10, eveneens in handen van Waterland Real Estate. Of alle vervuiling ook inderdaad wordt opgeruimd is nog maar de vraag, zo geeft Rouwendal aan.

‘Op basis van het huidige saneringsplan wordt de olieverontreiniging onder het pand grotendeels verwijderd. Wegens de kans op instabiliteit van het pand is niet in te schatten of alles verwijderd kan worden. De oliehoudende grond onder funderingen kan/zal niet worden verwijderd’.

‘De verontreiniging aan zware metalen zal niet worden verwijderd maar worden geïsoleerd middels een nieuwe betonvloer. Ook de olieverontreiniging in de openbare weg zal zo veel mogelijk worden verwijderd. Het verwijderen van de verontreiniging vlak bij de damwand van de kade is echter civieltechnisch ingewikkeld en kostbaar. Omdat de verontreiniging onder de openbare weg ligt, zijn er geen humane risico’s, waardoor dit ook niet noodzakelijk is’.

‘Voor zover mogelijk worden de ondergrondse tanks verwijderd. Daar waar dit niet mogelijk is, zullen de tanks leeg gehaald, schoon gemaakt en afgevuld worden. De risico’s en verantwoordelijkheid inzake de ondergrondse tanks berusten bij de huidige grondeigenaar’.

‘De saneringskosten inzake de olieverontreiniging zijn voor de ontwikkelaar. Ter plaatse van het achterterrein bevat de grond verhoogde gehalten aan lood en asbest. Gezien de functie van dit terrein (parkeerterrein) is het niet noodzakelijk om dit integraal te saneren, dit wordt immers uiteindelijk geïsoleerd met een verhardingslaag. Daar waar op het parkeerterrein kabels en leidingen moeten worden gelegd, zal de grond door de gemeente worden afgevoerd. Deze kosten kunnen worden opgevangen binnen het beschikbare budget’.

‘Er is nog geen definitieve planning van de sanering beschikbaar en de aanleg van het parkeerterrein achter de panden bekend. Het is juist dat een eerder funderingsonderzoek wat de gemeente betreft onvoldoende aanleiding was om tot sloop over te gaan. Sanering van de grond zal overigens grondiger kunnen plaatsvinden indien alsnog tot sloop en nieuwbouw zou worden overgegaan’.