Nieuws
Financiële bijdrage tracé lightrail ‘niet officieel’

De financiële bijdrage van de gemeente aan de openbaar vervoer (OV)-verbinding Den Haag CS, Binckhorst, Station Voorburg van 1 miljoen euro is niet officieel. Het orgaan waar over de bijdrage werd gesproken is geen ‘officieel besluitvormend orgaan’. De financiële bijdrage is dan ook niet formeel vastgelegd en dus ‘onder voorbehoud’.

Dat heeft een woordvoerster van B&W desgevraagd laten weten. Verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen maakte de bijdrage onlangs duidelijk in antwoorden op vragen van GBLV-gemeenteraadslid Monica Velù. Zij gaf tevens aan dat de bijdrage niet schriftelijk was vastgelegd omdat er geen verslag was gemaakt van het betreffende overleg.

Naar aanleiding van vragen van Vlietnieuws waarom er geen verslag is gemaakt en waarom Van Eekelen dat niet heeft geëist gezien de belangen die in het geding zijn laat de woordvoerster van B&W nu het volgende weten: ‘Het bestuurlijk delegatieoverleg MIRT ( Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, red.) is geen officieel besluitvormend orgaan en daarom is er ook geen formele verslaglegging’.

Op de stelling dat Van Eekelen zich nergens op kan beroepen nu er geen verslag van het beraad bestaat luidde de reactie: ‘De afspraken over het regioaandeel in de bijdrage van de OV-verbinding wordt in aanloop naar het masterplan met voorkeursalternatief nog formeel vastgelegd. Deze afspraak is voor alle partijen nog onder voorbehoud. Dus de exacte bijdrage van de verschillende partijen wordt bij het besluit over het masterplan met voorkeursalternatief afgesproken en vastgelegd. Zo moet de bijdrage van Leidschendam-Voorburg van 1% (van het regioaandeel; 100 miljoen euro, red.) dus ook gezien worden’.

Op 27 november 2020 maakte de Haagse wethouder Robert van Asten bekend dat de rijksoverheid 50 miljoen euro in de OV-verbinding stak. Het kabinet deed dat aangezien de regio (Den Haag, Metropoolregio, provincie en Leidschendam-Voorburg) samen 100 miljoen opbrachten waardoor 75 procent van de kosten werd gedekt en de voorbereiding kon starten. Een en ander werd ook vastgelegd in een brief van minister Cora van Nieuwenhuizen (infrastructuur) aan de Tweede Kamer.

Op de vraag hoe de rijksoverheid kon besluiten 50 miljoen euro in het project te steken, en zulks ook formeel vast te leggen, terwijl de besluiten van de regio, inclusief Leidschendam-Voorburg, niet officieel en onder voorbehoud waren, blijft de woordvoerster van B&W het antwoord schuldig.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter