De huidige financiering van de jeugdhulp is ‘niet houdbaar’. De gemeenten komen jaarlijks 1,6 tot 1,8 miljard euro te kort. Dat heeft onderzoeksbureau AEF berekend op verzoek van de rijksoverheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten.
In 2015 werden de gemeenten belast met de jeugdzorg. Men kreeg die taak overgedragen van de rijksoverheid. De uitkering van het rijk voor die taak bleek echter onvoldoende. De tekorten moeten de gemeenten uit eigen zak bij passen.
Volgens AEF kan er door een grotere doelmatigheid bij de jeugdzorg en een vijftal aanvullende maatregelen jaarlijks wel 190 tot 240 miljoen euro bespaard worden. Bij die maatregelen gaat het onder andere om praktijkondersteuners die huisartsen helpen bij de verwijzing naar jeugdzorg; doorstroming van jeugd naar de Wet langdurige zorg (WLZ); inzet van lokale teams en het verschuiven van jeugdhulp in groepen naar de kinderopvang.
Een echte besparing zou de invoering van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de jeugdzorg opleveren: 0,8 tot 1,2 miljard euro per jaar. AEF adviseert de rijksoverheid en de gemeenten het gewenste voorzieningenniveau in de jeugdzorg opnieuw te bepalen. Rijksoverheid en gemeenten hebben inmiddels een stuurgroep opgericht die maatregelen gaat uitwerken om de tekorten in de jeugdhulp aan te pakken.
Tot en met 2018 heeft Leidschendam-Voorburg een tekort van 5,6 miljoen euro geboekt op de jeugdzorg. Dat bedrag is uit de financiële reserves van de gemeente gehaald. In 2019 was het tekort ruim 0,5 miljoen euro. Voor 2020 is nog geen berekening voor handen. De gemeente geeft jaarlijks ongeveer 20 miljoen euro uit aan jeugdhulp.