De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg moet het ‘onbehoorlijk bestuur’ bij de tracékeuze voor een tram dan wel lightrail tussen Den Haag CS, Binckhorst en Station Voorburg, unaniem afwijzen. Dat stelt CDA-gemeenteraadslid Jan Hendriks.

Afgelopen week bleek dat het tracé al lang vast ligt terwijl inwoners van Leidschendam-Voorburg vorig jaar nog zogenoemde ‘zienswijzen’ op de tracékeuze konden indienen. Hendriks: ‘Dit is net zo erg als het onverwacht plaatsen van een windmolen. Onze inwoners zienswijzen laten schrijven terwijl je weet dat je er niets mee doet’.

De windmolen waar het raadslid naar verwijst verscheen enige jaren geleden op Haags grondgebied aan de Westvlietweg, direct naast de A4. De inwoners van het Zeeheldenkwartier in Leidschendam-Voorburg wisten van niets terwijl de molen direct voor hun deur kwam, inclusief geluidoverlast en lichthinder (schaduwslag molenwieken).

Hendriks lijkt met zijn kritiek inzake het tracé op Den Haag te doelen. Feit is echter dat ook Leidschendam-Voorburg bij het project betrokken is, net als het rijk, de provincie en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Zij allen hebben de nota’s en andere stukken over het project besproken en vastgesteld.

Oppositiepartij GBLV heeft naar aanleiding van Hendriks’ uitspraak over onbehoorlijk bestuur de vraag opgeworpen welke consequenties dit moet hebben voor verantwoordelijk wethouder Astrid van Eekelen. Via social media roept de partij inwoners op aan te geven of er een motie van treurnis, afkeuring dan wel wantrouwen tegen de wethouder zou moeten worden ingediend.

Het CDA maakt met VVD, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie-SGP deel uit van de coalitie in Leidschendam-Voorburg.