Nieuws
Inburgering wordt zaak gemeente

De inburgering van statushouders (asielzoekers die mogen blijven) en ‘gezinsmigranten’ wordt vanaf 1 januari 2022 een zaak van de gemeente. Nu is degene die wil inburgeren zelf nog verantwoordelijk. Door die taak over te hevelen naar de gemeenten wil het kabinet de integratie versterken.

B&W hebben nu drie doelstellingen geformuleerd: het hoogste taalniveau halen; deelnemen in de samenleving; financiële en maatschappelijke zelfredzaamheid. Die doelstellingen moeten gehaald worden door maatwerk te leveren, effectief te werken, lokaal aanbod te verzorgen, helder te zijn en kwaliteit te leveren.

Grootste probleem is dat de gemeente niet weet om hoeveel mensen het jaarlijks gaat. Dit jaar moeten er 118 statushouders aan een woning geholpen worden. Hoeveel gezinsmigranten naar de gemeente komen is onbekend. Voor latere jaren zijn nog helemaal geen gegevens voor handen.

Een ander obstakel is de mogelijkheid van de gemeente om invloed te hebben op de resultaten van alle inspanningen. De (taal)hulp voor statushouders en gezinsmigranten wordt immers bij derden ingekocht. In de wetgeving staan bovendien drie ‘taalroutes’ die gevolgd moeten worden: 1) gericht op MBO, HBO, WO, 2) een combinatie van onderwijs en participatie, 3) onderwijs en participatie samen (zelfredzaamheid).

De gemeente krijgt 274.000 euro van het rijk voor de invoering van de inburgering. Daarbij komt nog een vergoeding voor informatietechnologie en een vergoeding voor voorzieningen van 12.700 euro per statushouder en 590 euro per gezinsmigrant. B&W rekenen op vaste kosten van 57.550 euro per jaar door het nieuwe systeem plus 2200 euro per statushouder per jaar en 1100 euro per gezinsmigrant per jaar.

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter