De ondergrond van Leidschendam-Voorburg biedt meer dan genoeg mogelijkheden om aardwarmte in de toekomst te gaan gebruiken ter vervanging van gas bij de verwarming van woningen. De beschikbaarheid is een veelvoud van de behoefte.

Dat is uit onderzoek, gedaan in opdracht van de gemeente, gebleken. Het vormt de basis voor een Lokale energiestrategie (LES) gericht op het CO2-neutraal worden van de gemeente in 2050.

De LES zit in op energiebesparing en maximale lokale opwekking van energie. Zonnevelden en windturbines maken daar tot 2030 geen onderdeel van uit. Daarna volgt een nieuwe afweging.

Het gebruik van de aardwarmte levert nog wel enige problemen op. Zo zal er een plan voor de ondergrond gemaakt moeten worden om te bepalen hoe de energievoorziening via aardwarmte en warmtenetwerken daarin past, naast andere ondergrondse ingrepen.

Vast staat al dat de aanleg van warmtenetwerken in bijvoorbeeld Oud-Voorburg of wijken met maar erg weinig woningen, duur wordt. Gezocht wordt juist naar gebieden met veel warmte in de bodem en een dichte bebouwing bovengronds. Vraag en aanbod zitten dan dicht bijeen zodat collectieve oplossingen mogelijk zijn.

Begin 2022 wil de gemeente een eerste wijk aanwijzen waar begonnen zou kunnen worden met de energieomwenteling. Voor 2030 zouden er drie tot vier wijken mee kunnen doen. Vast staat nu al dat ook het stroomgebruik fors zal toenemen tussen nu en 2050 omdat inwoners veel meer elektrisch gaan doen.

Nog voor de zomer willen B&W de LES presenteren tezamen met een warmte transitievisie voor de wijken. Ook zal bekend gemaakt worden hoe de gemeente de voor de energieomwenteling gereserveerde 46 miljoen euro denkt te gaan besteden. Parallel aan dit proces loopt nog de discussie over de Regionale energie strategie (RES).